De Duitschers zijn twee maal in onze gemeente gelegerd geweest.
De 1ste maal op 21 oogst, was het uitsluitend ruiterij die op verschillige plaatsen in het open veld hun kamp hadden opgeslagen en er vernacht hebben; zij hadden geen voorraad mede, noch voor manschappen, noch voor paarden, alles werd bij de inwoners opgeeischt hooi en strooi en aardappels die zij te velde uitdolven niets werd betaald en zeer weinige zijn er die een bon hebben kunnen bekomen. De haver die nog in het veld te droogen stond in de nabijheid der kampen werd door de troepen gehaald en kwistig voor de paarden neergeworpen, zoodat veel is verloren gegaan, de
houtmijten werden ook duchtig aangesproken voor de kampvuren. De soldaten gingen alle huizen af om vleesch eieren en brood te vragen waarvoor zij zelden den
vollen prijs wilden betalen. Hier en daar vermist men hoenders, die men vermoed
door hen te zijn medegenomen, en rond de kampen werden ook aardappels en klavers geroofd; zoodat de eerste legering der Duitschers in onze gemeente eene ware plundering der velden is geweest; doch daar al de inwoners gewillig alles gaven
wat men vroeg zijn er geene gewelddaden gepleegd.
De tweede legering der Duitschers alhier had plaats op 8steSeptember en bestond uit ruiterij en eene afdeeling der luchtvloot; al de manschappen hebben in de huizen gelogeerd en hebben zich jegens de inwoners goed gedragen; de troepen hadden voorraad mede en niets werd opgeeischt dan haver hooi en strooi dat niet betaald werd ten zij bij uitzondering met bons, twee vaarzen werden opgeeischt en geslacht. De eireren, tabak, sigaren, chocolade en andere kleinigheden die de soldaten vroegen, dit alles werd over het algemeen betaald, zoodat de bevolking ditmaal zooveel niet geleden heeft. Er dient nog gemeld dat er hier in eene hofstede een ziek paard is achtergebleven alsook op 8 September een open automobiel bleekgroen zonder banden, het achterlaten van dit voertuig is aan de militaire Gouverneur gesignaleerd.
ASN