In het verslag van de zitting van de gemeenteraad van Aspelare van 31 augustus 1914 lezen we ondermeer het volgende:
De raad gezien den brief des heeren Gouverneurs van Oostvlaanderen in dato van 14 ll. 5 Afdeeling Nr. 27974 waarbij gemeld wordt dat het Armbureel buitengewonen onderstand mag verleenen aan huisgezinnen die in nood verkeeren ten gevolge van den oorlog mits behoorlijke aanvraag te doen verzoekt het Armbureel eene beraadslaging in deze zin te nemen om aan de goedkeuring der hoogere overheid onderworpen te worden.
De raad gezien den brief des heeren Gouverneurs van Oostvlaanderen (sic) dezen in dato van 25 ll. Cabinet Nr. 14055 waarbij gemeld wordt dat voortaan de bloem bestemd voor de bakkers door de zorgen des Burgemeesters rechtstreeks aan de maalderijen moet gevraagd worden.
Besluit
De bloem noodig om in de gemeente door de bakkers en door bijzonderen verbakken te doen zal door den Burgemeester aan de best gelegen maalderijen gevraagd worden.
Zooals in bovengemelden brief bepaald zullen de aanvragers den prijs hunner bestelling bij de aanvraag betalen.
Moesten er bij het vervoer der bloem onverwachte welke schade of verlies aan toekomen zoude dezelven door de aanvragers-verbruikers geleden worden en geenzins door de gemeente of door het gemeentebestuur.
ASN