Ik kan niet aan de verleiding weerstaan om een voorval te beschrijven dat niet anders dan burlesk kan omschreven worden. Het is een mooi voorbeeld van wat de oorlog kan teweegbrengen aan sommige hersenen.
Bij onze aankomst in deze ondersector een dag of twaalf geleden, werd ons een nieuwe betonnen hulppost in een vooruitgeschoven loopgraaf ter beschikking gesteld. Op een morgen, terwijl hij zijn ronde maakte, ging de generaal die de divisie aanvoert, er een kijkje nemen. Hij oordeelde dat men er moeilijk met een brancard zou binnen kunnen. Naar aanleiding van een opmerking die hij hierover maakte, ging ik ter plaatse en liet het aangehaalde maneuver uitvoeren. In mijn rapport gaf ik te kennen dat de beladen brancards wel tamelijk gemakkelijk binnen konden gedragen worden. Daarop keerde de generaal terug en liet hetzelfde experiment uitvoeren. Bij zijn terugkomst in het kantonnement laat hij een commissie samenstellen, bestaande uit een generaal, een divisiearts, de kolonel die bevel voert over de ondersector, ikzelf, de dokter van het 13de regiment en een commandant van de genie, die er zich van moest vergewissen of de brancards wel degelijk binnen konden gedragen worden. Het experiment was affirmatief. Dat zet aan tot dromen! Zes mensen mobiliseren, bijna allemaal hogere officieren, voor een dergelijk motief. Is dat het begin van een ziekte? Ik zou niet graag hebben dat men me, in mijn hoedanigheid van dokter, zou vragen om een diagnose te stellen van die aandoening, want ze zou niet flatterend zijn.