De ganse nacht van 12 op 13 oktober evenals op de 13de zelf organiseer ik de lading van de treinen en laat er op die manier zes vertrekken.
In de loop van de dag komt een vijandelijke tweedekker boven de stad vliegen en werpt er drie bommen. Een van de bommen valt op honderd meter van mij voor het Hôtel des Thermes. Geen enkele van de bommen heeft schade aangericht. Er waren wel enkele gekwetsten als gevolg van de kogels die men op de tweedekker afschiet.
Van een trein met gekwetsten komende van Gent stapt hoofdgeneesheer Frère[1] af die voor mij zijn personeel ontslaat. Een vreemde manier om het leger te versterken! Welke macht heeft hij daarvoor? Ik neem zelf de zevende en laatste trein die vertrekt om 16 uur. De reis is lang en wordt onderbroken door lange stopmomenten in de meeste stations. Ik heb als medereizigers, behalve mijn ordonnans die me geen minuut alleen heeft gelaten, Mevrouw Servais en luitenant Stevelinck en een andere onderluitenant van de 5de Linie. Ik ben zeer moe, en de genoemde dame doet haar
best om me zo gemakkelijk mogelijk te installeren zodat ik kan slapen, haar bontjas deed dienst als mijn oorkussen. Brave dame. Wij komen aan in het station van Adinkerke om 11 uur ’s avonds en ik blijf er tot de volgende dag de 14de (oktober, nvdr), tot 13 uur.
[1]
Emile Frère (° 06/03/1857), hoofdgeneesheer 1ste klasse (1909) in het Militair
Hospitaal van Brugge