Het concert of beter gezegd het feest, waarover ik het had op 23 januari, zal niet doorgaan. Ziehier de reden. We hadden voorzien om twee komische opera’s te spelen: “De Vioolspeler” en “De Kapelmeester”. Alles was klaar. Ik had een tenor en een bariton vastgelegd, die behoren tot de zanggroep van het front. Toen de repetities gingen beginnen liet men me weten dat indien niet alle leden van voormelde groep mochten deelnemen, ook de anderen hun medewerking niet mochten verlenen. Degenen die men me opdrong waren een Vlaamse zanger en een komiek. Ik moet er geen tekening bijmaken om te zeggen welk effect dit zou hebben gegeven op het voorziene spektakel. Bij een dergelijke absurditeit twijfelde ik geen moment. Er werd onmiddellijk beslist om aan dergelijke belachelijke voorwaarden die men ons opdrong niet toe te geven, zodat het feest afgelast werd.