Een enorm vliegtuig vliegt omstreeks 14 uur over Calais maar wordt snel op de vlucht gejaagd door ons luchtafweergeschut. De stad vertoont sinds enige tijd een bijzonder aspect. Op bepaalde uren zijn het verkeer en de beweging zeer intens. Belgische, Engelse en Franse soldaten gaan er schouder aan schouder voorbij, het is echt wel de stad van de triple alliantie, of beter de entente. De verschillende uniformen door elkaar zijn het meest opvallende beeld. Nochtans is het sinds dat het Belgische leger een kaki uniform heeft, vrij moeilijk om hen te onderscheiden van de Engelsen. Er zijn zelfs enkele Fransen die het ook dragen. In alle hoeken rijzen Engelse barakken en tenten op. Deze natie treft hier immense voorbereidingen. Als men ze ziet, zou men zeggen dat ze zich in Calais en in Frankrijk voor jaren installeren.
De stad wordt doorkruist door zware voertuigen, sommigen voortgetrokken door paarden, anderen zijn benzineauto’s of op basis van stoom, allen vervoeren constructiemateriaal of steenslag voor het onderhoud van de wegen. Nieuwe spoorwegen zijn gelegd waar men treinen ziet passeren volgeladen met troepen, ofwel geblindeerde treinen. Dagelijks komen Engelse troepen aan. Zij blijven een dag en vertrekken dan naar het front, of naar de kwartieren die hen zijn toegewezen en waar ze worden samengebracht.
Op de binnenkanalen is er een voortdurend komen en gaan van boottransporten geladen met proviand, veevoeder en munitie.
Overal is er een drukke activiteit, niet alleen in de stad maar ook in de naburige plaatsen zoals Gravelines waar onze opslagplaatsen zijn, en in Bourbourg waar men twee grote hospitalen in de vorm van barakken heeft gebouwd. Een voor de Belgen en een voor de Fransen. Het is een ware troost om al dat werk te zien, en dat geeft de indruk van een groot vertrouwen in het vervolg van de militaire operatie.