Nadat onze dienst erop zat, hebben we van het schitterende weer gebruik gemaakt om opnieuw een uitstap te maken naar Ambleteuse, waar we ook dineerden. We beleven er een meer dan aangename dag. Wat is het goed toeven in die kalmte en de verkwikkende zon. Gans de natuur herleeft, planten en bomen beginnen te bloeien. De weiden zien wit van de madeliefjes, andere zien geel van de sleutelbloemen. In de weinige bosjes in de streek zingen de vogels, en in de velden zweven de zwaluwen, en kwelen ze erop los. Op het strand straalt alles rust uit. Geen kanongebulder te horen en er zijn geen andere uniformen dan de onze. Indien men nu en dan in de verte geen silhouet van een oorlogsschip zou ontwaren, zou men gaan denken dat de vrede is teruggekeerd. Wat een dag van geluk zullen we beleven als het ooit zo ver komt, die we dan in het roos zullen omcirkelen op de kalender.
Bij mijn terugkeer vind ik een brief van mijn moeder en mijn zus. Arme ongeruste zielen. Dat ik jullie niet kan troosten en geruststellen!
12 april
Ik krijg een brief van mijn twee geliefden. Wat deed dit toch deugd!. Ze maken het goed en komen niets tekort. Mijn pijn wordt er dragelijker door. Nog twee à drie maanden mijn liefste vrouwtje en mijn liefste meisje, dan zal ik het immense geluk smaken om jullie te kunnen omarmen.
’s Avonds is er een brief van Jules. Hij is tevreden en heeft vertrouwen in de toekomst, zowel die van hem als deze van het land.
Vandaag deed ik een kleine excursie naar de cran d’Escalles. Zeer eigenaardig en zeer interessant vanuit geologisch oogpunt. Ik vind er zeer mooie pyrieten en marcasieten.