Mijn buurman, meneer Schreirs, doet op zijn beurt de groeten van mijn vrouw en van mijn kleintje. Hoe gelukkiger zou ik zijn indien deze berichten me zouden gegeven zijn door mijn vrouw zelf. Spijtig genoeg is er geen enkele briefwisseling meer naar België en omgekeerd. Het is door al die pesterijen dat de Pruisen denken ons volk te temmen. Hoezeer vergissen ze zich. De haat groeit, en wee hen indien het ons gegund is een voet op hun bodem te zetten.