Ik heb deze morgen een ceremonie bijgewoond die zeer triestig was en die veel indruk op me heeft gemaakt. Het komt me voor dat we nog erg gevoelig zijn, want iedereen die aanwezig was, en het waren er vele, waren zeer aangedaan. Een jonge arts werd gedood door onze laffe vijanden op het moment dat hij hulp ging bieden aan twee gewonde soldaten (die nadien overleden). De begrafenis vond deze morgen plaats in De Panne. Veel dokters, officieren, verpleegsters en het muziekkorps van het 5de linie waren aanwezig. De kist die met kransen was bedekt, stond opgesteld in de conferentiezaal. Aan weerszijden van het lijk zat een verpleegster. Het waren twee zusters, waarvan er een de verloofde van de overledene was. Daartegenover in die grote zaal zaten nog eens een vijftigtal verpleegsters (Dohlen was lang verbonden geweest aan L’Océan) en alle officieren. Luitenant-kolonel Gislain en Depage spraken een oratie uit. Beiden schetsten de carrière van de ongelukkige jongeman en beiden hadden troostende woorden over voor de kleine verloofde, die nauwelijks aan te zien was. Vooral Depage had ontroerende woorden voor haar. Meer dan een dame weende, en wij, met onze geliefden in gedachten, beten op onze lip om niet hetzelfde te doen. Wanneer de kist opgetild werd, ondersteunden twee dames van het hospitaal de verloofde. Zij volgde de rouwstoet naar de kerk en wanneer de dienst voorbij was, ging ze mee naar het kerkhof van Adinkerke, waar hij begraven werd, nadat hij in een voorlopige kist was gelegd. Dat was het moment van de laatste scheiding en onmiddellijk achter mij gooide ze wenend een beetje aarde op degene die ze had bemind. Een officier van de generale staf moest haar ondersteunen. We kenden en hielden allemaal van deze twee jonge verliefden, want eens hun dienst erop zat, hielden ze samen een clubje voor dames in het salon van het hospitaal, waar ze een zeer charmante groep vormden. Nog een arm hart dat gebroken wordt. Dohlen is de tweede arts die door de vijand gedood werd. Ik heb ook het verdriet gekend bij het overlijden van mijn vriend, de regimentsarts 1ste klasse, Paul Ragé, die ook op het appel zal ontbreken.