De dag daarna vertoeven we de hele dag in de velden rond Nethen, met de opdracht de munitiekolonne te bewaken, waar zich nu ook een kolonne ziekenwagens bij voegt.
Ah! Die ziekenwagens. Men kan zich niets mistroostiger voorstellen. Wat een meelijwekkende troep vormen al die vrijgestelden uit vredestijd! Ze dragen nog steeds de kleren die ze bij hun oproep droegen. Er is geen tijd geweest om hen andere kledij te geven. Er zijn kostuums in allerhande varianten: van burgerkleren tot geestelijke. Bij die laatste, vinden we alle nuances: zwarte, bruine, witte, half wit-half zwart enz. Allen hebben iets van keukengereedschap bij: een met een braadpan, een andere met een soepkom en nog een andere met een beker die moet dienen om er het voedsel in te doen dat hen uitgedeeld wordt. Van zodra ze ergens halt houden, verspreiden ze zich in de omgeving om zich te bevoorraden. Het is grotesk en triestig tegelijkertijd.
Hetzelfde tafereel speelt zich natuurlijk ook af waar wij gestationeerd zijn.
Wij eten soep met de soldaten. ’s Avonds moeten we terug naar Nethen, niet vooraleer de hierboven vermelde kolonnes vertrokken zijn. Het had gans de voormiddag gekost om hen daar te krijgen, zo moeilijk was de toegang. Het vertrek ging een heel gedoe worden. Er was niets gebeurd om de uitgang van het veld te verbeteren, zodat een vrachtwagen met gereedschap voor de genie omkantelde. Het kostte heel wat moeite om hem weer op zijn wielen te zetten. Die dag duurde erg lang, en was vooral heel
warm.
11 augustus
De 11de augustus bezetten we dezelfde positie, maar deze keer gingen de kolonnes naar een betere locatie.
Vandaag horen we voor het eerst kanonnen in de verte. Het heeft er de schijn van dat het uit het oosten komt en het was rond 8u ’s morgens. Het blijft mooi weer, zodat we een goede dag in open lucht beleefden. De dagen schijnen nochtans lang te duren, vooral omdat de kranten ons niet blij maken. Terug naar Nethen om ’s anderendaags van daar opnieuw te vertrekken.
12 augustus
Deze keer maken we in het bos schuilplaatsen tegen de zon. In de verte horen kanongebulder. We ontvangen kranten uit Brussel. Ze worden gretig gelezen. Zo lijkt het vlugger avond te worden om terug te keren naar Nethen.
13 augustus
De 13de augustus opnieuw naar dezelfde plaats als de dag voordien. Ik eet er soep samen met de soldaten. Ongeveer een half uur lang hoen we kanonnen, nadien opnieuw stilte. Terug naar Nethen.
14 augustus
Nog maar eens naar onze zelfde plaats in het bos. Een Duitse tweedekker vliegt over onze kampplaats, zonder ons evenwel op te merken, daar we in het bos bleven. Zoals de dag voordien deel ik de soep met de soldaten enkeer ik ’s avonds weer naar mijn
apotheker.
15 augustus
Nog steeds mooi weer en we keren ook nog eens terug naar ons bos.
Kanongebulder in de verte. Opeens werden we wakker geschud door fel geweervuur,
we hielden immers onze siësta. We denken te worden aangevallen. We vernemen
echter dat het Belgische troepen zijn die op een Duitse Taube (vliegtuigtype)
schoten, die verdwijnt in de richting van Leuven. Later werd er verteld dat hij
daar neergeschoten is. We verblijven nog steeds in
Nethen