2 augustus
De mobilisatie werd afgekondigd in de nacht van 31 juli op 1 augustus. In de nacht van 2 op 3 was ze beëindigd, en wanneer ik me in de kazerne aanmeldde om 5u30 ’s morgens, vernam ik dat het regiment zich tegen 6 u naar het concentratiepunt zou begeven op de Tervurenlaan. Tot dusver was er een enorme activiteit ontplooid. De 2de had ik het immense transport gezien dat de 6de legerdivisie – de mijne (1stekarabiniers) – zou begeleiden.
3 augustus
De 3de augustus om 5u30 ’s morgens ging ik naar huis om afscheid te nemen van vrouw en kind. Het spreekt vanzelf dat dit pijnlijk viel. De kleine sliep nog en we moesten haar wekken. Ze bleef haar“petit papa chéri” maar kussen. Uiteindelijk, na een laatste knuffel, verliet ik het huis, met pijn in het hart. Ik vervoegde het 1stekarabiniers, dat reeds vertrekkensklaar stond op de koer van de kazerne. Kort daarop verlieten we het Daillyplein, waarna we, via de Victor Hugostraat, de grote ringlaan bereikten. Op het einde van de Félix Marchallaan zag ik mijn echtgenote terug, die me niet wou laten gaan zonder me een laatste vaarwel toe te wensen.
We volgden de Tervurenlaan naar het Vierarmenkruispunt (Quatre-Bras), waar gans de divisie moest verzamelen. Het weer was heerlijk, en met de stralende augustuszon was het een schitterend spektakel om onze regimenten te zien defileren. Op kop een peloton rijkswachters te paard die er prachtig uitzagen. Daarna kwam de cavalerie, op haar beurt gevolgd door 6 infanterieregimenten, met hun artillerie en wagens. Weinig volk onderweg: de Brusselaars sliepen nog en wisten niet van ons vertrek.
Bij de Quatre-Bras bleven we gans de dag in het bos. Er werd gepraat, er werd gelachen. Op dat ogenblik is iedereen ervan overtuigd dat we naar de grens trekken om er de wacht op te trekken zoals in 1870, en dat onze rol zich daartoe zal beperken.
Groot was onze verbazing wanneer we vernamen dat Duitsland een ultimatum gesteld had tegen het kleine België. Dat betekende voor dat land een explosie van haat die weldra tot verbittering zou leiden. Een grandioze ceremonie deed ons omstreeks 16 u overlopen van patriottisme. De nieuw gevormde regimenten 2de, 3de en 4de
karabiniers kregen hun vlag overhandigd.
Terwijl de verschillende korpsen gevormd werden, groepeerden de soldaten van het 1ste karabiniers zich rond hen. Eerst was 2deregiment aan de beurt.
Wanneer de vlag voor de troepen verscheen, hadden deze het geweer gepresenteerd,
waarna de kolonel een toespraak hield die bol stond van patriottisme. Dan werd
de Brabançonne gespeeld en wanneer de vlag voor het regiment paradeerde, staken
alle manschappen hun hoed op hun geweer en juichten zonder ophouden. Onder de
soldaten van het 1ste, als toeschouwers, was het delirium minstens even groot. Menige soldaat en officier had de tranen in de ogen. Diezelfde parade werd herhaald voor het
3de en 4dekarabiniers. Een dergelijke bedwelmende scene, die zich in dit prachtige woud afspeelde, was werkelijk onbeschrijflijk.
Een Duitser sloeg dit allemaal gade, maar hij kreeg niet de kans het verder te vertellen. Al een tijdje hield een kreupele draaiorgelspeler, met een blauwe bril, zich in de buurt van de troepen op. Hij werd al snel herkend en opgepakt voor spionage. Waarschijnlijk heeft zijn zieltje zich inmiddels bij dat van zijn voorvaderen gevoegd.
Omstreeks 19u verlieten we de Quatre-Bras met bestemming Tervuren, waar we die avond gekantonneerd waren.
4 augustus
’s Anderendaags, de 4de augustus, verlieten we het dorp om 5u met bestemming Waver. Een stralende zon zorgt voor mooi weer. Maar wat maakt het uit, de oorlog werd verklaard en met vaste pas trekken we de vijand tegemoet.
In Waver is het enthousiasme groot. Overal vlaggen en iedereen, zowel mannen, vrouwen als kinderen dragen tricolore armbanden. De troepen worden toegejuicht in de straten en alles wat men maar vinden kan, wordt hen aangeboden: bier, koffie, sigaren, sigaretten, chocolade enz…. Een volksvrouw wil me absoluut verplichten een reep chocolade aan te nemen en is misnoegd wanneer ik haar voorstel het aan de soldaten te geven.
Ik wordt bij een apotheker ondergebracht, maar ik wordt gans de nacht wakker gehouden door het over en weer gaan van soldaten die een voorraad geneesmiddelen komen inslaan om voorzien te zijn op de gevechten.
5 augustus
De 5de blijven we de hele dag in Waver, waar we vernemen dat de onverhoedse aanval van de Duitsers op de fortengordel rond Luik afgeslagen werd, waarbij de vijand grote verliezen leed.
Uit verveling wandelden we door de straten van de stad, want de herbergen , waar we gewoonlijk elkaar ontmoetten, waren gesloten op bevel van de overheid. Ze waren slechts geopend van 12 tot 14u en van 18 tot 20u. Om 21u moest iedereen binnen zijn.
’s Namiddags had ik de gelegenheid om Louwart, mijn ordonnans,
naar Brussel te sturen om de groeten over te maken aan mijn echtgenote en mijn
dochter. ’s Avonds was hij terug met hun
wedergroeten.