In Kontich verneem ik dat de karabiniers, men veronderstelt dat het om het 1ste regiment gaat, in Reet is. Ik ga er naartoe door een forse regenbui. Ik vind er het 2de
karabiniers, maar men licht me in dat het 1ste in Rumst is, waar ik het eindelijk
terugvind.
Rond twee uur in de namiddag verlaat het regiment deze gemeente om zich naar Reet te begeven, waar we kantonneren. Het weer verbetert ’s namiddags.
Bij de gevechten van Schiplaken-Hofstade hebben we 139 man verloren, waarvan 10 gesneuvelde officieren en 3 gekwetste.
Ik ontvang een brief van mijn zuster.
28 augustus
We brengen de ganse dag in Reet door. Het is opnieuw mooi weer, en in de verte horen we kanongebulder. Het bombardement van Mechelen wordt hernomen. Dat is één van de gewoontes van de verwoestende vijand die we bevechten. Iedere keer dat ze in de toekomst door het Belgische leger zullen lastig gevallen worden, zullen ze Mechelen bombarderen of een andere open stad. Respect van de mensenrechten!!!
Het is hier in Reet dat ik een kaartje van Hector ontvang en een brief van mijn moeder gedateerd op de 25ste Ik verneem in het postkantoor dat de briefwisseling morgen naar Brussel vertrekt, waarna ik me haast om een brief te schrijven naar mijn liefste Mélanie en mijn kleine liefste Augustake. Het is al zo lang geleden dat ik ze nog heb gezien. Ze zullen zonder twijfel nog vernemen dat we onder vuur hebben gelegen, en aangezien ze geen nieuws van mij gekregen hebben, gaan ze zich misschien inbeelden dat ik één van de vermisten ben. Hoe zou ik hen toch willen kunnen geruststellen!
29 augustus
Het weer blijft mooi, en we kantonneren nog steeds in Reet. Het is een goede rustdag die we erg nodig hadden.
30 augustus
In de vroege ochtend verlaten we Reet en kantonneren in
Brasschaat dorp. We gaan rond Antwerpen om er naartoe te
gaan.