De Duitsers vallen het Belgische front aan na een overvloedige beschieting met gifgasgranaten. Vertrouwend op hun succes rukken ze op in colonnes van vier met het geweer aan de riem De officieren nemen de leiding met getrokken sabel en de revolver in de vuist. Als gelukkige voorzorg heeft generaal De Ceuninck alle mitrailleurs in de bedreigde sector laten brengen. De moffen naderen tot op 150 meter en worden dan warmpjes onthaald met geweervuur, geratel van mitrailleurs en gedonder van kanonnen. De Duitsers vallen als vliegen. Niettemin blijven zij die volgen de eersten vooruit duwen en dat blijft achttien minuten duren. Het wordt een bloedbad zonder voorgaande. Je zou medelijden krijgen met die kerels, ze worden als strohalmen neergemaaid. Eindelijk zien we de colonnes wankelen, uiteenvallen en dan wordt het een redde-wie-zich-redden-kan. Een immense zegekreet weerklinkt uit onze loopgraven. Overwinningskreten, gehuil van vreugde. Ondanks het verbod van de officieren verlaten onze Grenadiers en Karabiniers zegedronken hun versterkingen om de verliezers te achtervolgen. Ze omhelzen elkaar, lachen, huilen, dansen, ze zijn als gek geworden.
‘s Avonds tellen we vóór onze linies achthonderd Duitse doden en we beschouwen de Duitse inspanning als gebroken. Eens te meer heeft ons kleine dappere leger Europa gered, want als wij de Duitsers niet hadden tegengehouden. dan zouden ze doorgebroken zijn en Duinkerke en Calais hebben ingenomen, met alle funeste gevolgen vandien. Diezelfde dag hebben de 418de Franse en het 35ste Zouavenregiment bijgestaan door Britten en Canadezen het verloren terrein heroverd ten koste van heldhaftige inspanningen en verschrikkelijke verliezen. Mijn God. wat een bloed! Wat een bloed! Die dag heb ik meer bloed zien vloeien dan gedurende heel de oorlog. Brancardiers en dokters hebben met bewonderenswaardige energie en toewijding stoïcijns hun taak volbracht.