Ik lag gans de nacht te dromen en sliep slecht. Ik lag voortdurend na te denken over het lot van mijn ouders en zij die me zo lief was, en waar de oorlog mij zo bruusk van gescheiden had.
In de voormiddag was er inspectie van de wapens en het reserveproviand (een pak beschuiten en een doos vlees). Na het middagmaal zijn we in slagorde vertrokken. Ons regiment bestond uit 3 bataljons van 4 compagnies. Deze keer gaan we de Duitsers bekampen; we vragen niet beter. Na enkele oponthouden en de doortocht van verschillende dorpen, zijn we bij het vallen van de avond bij Werchter aangekomen, waar onze artillerie lelijk te keer ging. Andere regimenten waren ons al voorafgegaan. Nadat we een uur gewacht hadden in een korenveld, achter een haag, kregen we bevel om naar Wespelaar-Tildonk op te rukken en het met ons bataljon te bezetten. Onderweg zag ik meerdere door Duitse kogels getroffen soldaten. Het was een donkere nacht.
Enkele verkenners gingen ons vooraf en bereikten het dorp. Nadat ze de meeste huizen doorzocht hadden, rukten wij op. Toen merkte ik tot mijn ontzetting de huizen in puin, het vernielde station en een ganse wijk in vuur en vlam, allemaal het werk van de Duitsers. Onze compagnie kreeg het bevel om een bos aan de andere kant van het dorp te bezetten en te doorzoeken en de brug over het kanaal Leuven-Lier te behouden. Ikzelf bezette met 6 man een post in het bos. Van zodra een post van onze compagnie de brug bereikte, brak er een hevig vuurgevecht los. De Duitsers waren daar. We zagen ook de vuurhaarden in de buurt. De post trok zich terug, en toen ze ons bereikten liep ik hen ook achterna want ik hoorde overal roepen om ons terug te trekken. We kwamen bijna allemaal tegelijkertijd in het dorp aan, waar de 3 andere compagnies in rust lagen. Onze commandant bracht verslag uit bij de majoor, waarna we op dezelfde missie teruggestuurd werden. Zo gezegd, zo gedaan. Er ontbraken reeds meerdere manschappen. Bij het begin van het bos hoorden we een aanhoudend geschel. Ik bezette opnieuw met 6 man de post in het bos, terwijl de rest van de compagnie zich naar de brug begaf. De nacht ging voorbij zonder dat we aan slaap toekwamen, maar er waren evenmin incidenten te melden. Maar bij dageraad werd onze post bij de brug door de Duitsers beschoten vanuit het huis van de sluiswachter en van de andere kant van het kanaal. De positie bleek onhoudbaar. De majoor werd ervan verwittigd en onze compagnie werd afgelost en we rustten uit nabij het station van Wespelaar-Tildonk, dat volledig in puin lag. We hoorden van alle kanten schieten. Rond 10u hebben we ons verspreid tussen het dorp en de brug. Ik ben vele Belgische dode soldaten gepasseerd. Zeer gevaarlijke positie. Een uur later kregen we bevel terug te trekken naar de andere kant van het dorp. Bombardement van onze artillerie. De kogels vlogen ons om de oren. Meerdere van onze compagnie zijn gewond of vermist. We kregen bevel de strijd te staken en terug te keren. ’s Avonds hebben we gekantonneerd in Putte, in een steenbakkerij, waar we een baal hooi kregen. Iedereen was uitgeput, en had honger en dorst. Bij het appel ontbraken er 7 van de 30 manschappen van mijn sectie. Ik ben gaan slapen om 22u. We hielden onze kleren aan.