Opstaan en koffie om 2 uur. Om 3u30 verzameling voor de compagnie en om 3u45 voor 6 dagen vertrokken naar de loopgraven. Een mars van 2 uur, waarvan 1 uur door de velden. Het was erg vermoeiend. De compagnie bezet de loopgraven aan de spoorlijn, juist links van het station van Pervijze. Het was er degelijk, ik zit in schuilplaats 27, samen met nog 4 mannen. Op 2 passen van mijn schuilplaats zijn er 3 graven van onbekende soldaten, gestorven voor het vaderland. Langsheen de spoorweg zijn er nog veel graven, bijna allemaal van onbekenden. Het is erg kalm. Het eten wordt in de loopgraven zelf verdeeld. De keuken bevindt zich net achter de loopgraaf van de 1ste linie aan de spoorlijn. In de namiddag heeft elk peloton gedurende 1u30 gewerkt aan de boorden van de loopgraaf. We zitten hier ver van de Duitsers, misschien wel op een uur hiervandaan, want hun 1ste linie ligt langsheen de IJzer, maar ze hebben wel vooruitgeschoven posten in boerderijen in puin. Aardappelen o 16u30. Nadien niets meer te doen. De wachters, een per peloton waken. ’s Avonds schoot onze artillerie enkele obussen af. Ik ben om 21 uur gaan slapen, na wat gelezen te hebben.