10 september 1918
Aan den Heer Pastoor Van den Steen, Bestuurder van het Klooster der H.H. Herten T/S
Mijnheer de Bestuurder,
Wij hebben de eer U te doen kennen dat de heer Bevelhebber der Gendarmerie dezer stad, ons, mondelings, heeft bevolen U te doen kennen dat de zalen van het klooster aan de brug en van datgene der St. Jorisstraat tegen den 16den dezer moeten geruimd zijn.
Gelief, mijnheer de Bestuurder, het noodige gevolg te geven en te aanvaarden de verzekering onzer hoogachting.
Op bevel: de secretaris Burgemeester en Schepenen
ASN