Brief aan de Nederlandse consul in Brussel met een kopie van de brief aan het Centraal Sub-Comité, inzake de voeding van mensch en dier, van het Koninklijk Steuncomité 1914 in Den Haag
Geachte Heer Voorzitter,
In de moeilijke tijden welke ons dierbaar België te bleven heeft zien wij ons genoodzaakt tot Uw Comiteit te richten ten einde den uitvoer uit Nederland te bekomen van een honderd tal stuks vee, bestemd voor de voeding onzer noodlijdende bevolking.
Als beweegredenen voeren wij aan:
1)Dat de stad Ninove, met zijn 9.700 inwooners, uitsluitend industrieel is.
2)Dat meer dan de 2/3 der bevolking ondersteund worden en dusvolgens bestaan uit werklieden en ambachtslieden, die in deze pijnlijke omstandigheden reeds zooveel te verduren hebben.
3)Dat de landbouw hier volstrekt onbekend is en de veestapel – zelfs in vredestijd – niet in aanmerking kan worden genomen voor de voeding der bevolking.
4)Dat door het recht van uitvoerverbod des Burgemeesters , voor levens- genot- en voedermiddelen, de stad Ninove op de hulp der landelijke gemeenten niet kan rekenen, te meer daar deze gedeeltelijk in twee verschillende Kommandanturen zijn gelegen en alle wederzydsche uitvoer van volstrekt verboden is.
5)Dat het gevraagde vee door de bevoegde overheid vrij van opeisching is gewaarborgd en derhalve uitsluitelijk bestemd voor de voeding onzer stad.
Wij durven verhopen, geachte Heer Voorzitter, dat Gij de gegrondheid onzer beweegredenen zult gelieven is (sic) te zien, en aan onze vraag een gunstig onthaal zult verleenen.
Zoo zal het kleine maar grootmoedige en reeds zoo gastvrije Nederland eens te meer hebben meegewerkt tot de opbeuring van ons zoo diep beproefde Volk, - tot eeuwige herinnering van het dankbare Vaderland.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, de uitdrukking onzer gevoelens van oprechte hoogachting.
Op Bevel: Burgemeester en Schepenen,
De Secretaris,
ASN