Mijnheer de Bevelhebber der Kommandantur te Aalst
De heer Bestuurder van het Elektriekgesticht onzer stad, Mr. Th. De Gryse, komt zooeven te berichten dat hij heden voormiddag het bezoek gehad heeft van een onderofficier der “starkstromabteilung” van Aalst die hem bevel heeft gegeven onmiddellijk, voor rekening der stad, 35 elektrieke lampen te plaatsen in de kazerne der Gendarmerie. Het gemeentebestuur werd hiervan niet ingelicht.
Op zijn antwoord dat de Maatschappij van verlichting – die eene private inrichting is – over den noodigen draad hiervoor niet beschikte, werd er met den onderofficier overeengekomen alleen de hoogst noodige lampen te plaatsen.
De heer Bestuurder dezer Maatschappij komt ons dus kennis te geven dat hij slechts den noodigen draad bezit om 2 à 3 lampen te plaatsen.
Daar er enkel 2 gendarmen in de gendarmerie verblijven vermeenen wij, Mijnheer de Bevelhebber, dat dit getal lampen zal voldoende zijn.
Aanvaard, Mijnheer de Bevelhebber de verzekering ozner hoogachting.
Op bevel: de secretaris De Burgemeester
Brief van de stad Ninove aan de Kommandantur van Aalst om het mannelijk gemeentepersoneel van de lichting van 1898 vrij te stellen van de regelmatige controle in het Meldeamt van Aalst.
Mijnheer de Bevelhebber,
Onder de personen der klas van 1898, die zich vrijdag aanstaande aan het buitengewoon controol te Aalst moeten aanbieden bevindt zich de heer Georges De Muynck, die sedert het begin van den oorlog als gemeentebeambte op de bureelen van het stadhuis alhier werkzaam is.
Daar de aanwezigheid van al de gemeentebedienden hier op de bureelen hoogst wenschelijk is zoo voor den goeden gang der zaken van de Kommandantur als voor deze der Civiel-Verwaltung en der stad, zijn wij zoo vrij, Mijnheer de Kommandant, U te vragen de stadsbeambten van alle buitengewoon controol te Aalst te willen ontslaan.
Hopende dat Gij aan onze vraag zult gelieven een gunstig onthaal te verleenen, bieden wij U de verzekering onzer hoogachting.
Op bevel: de secretaris De burgemeester
Brief van de stad Ninove aan de Kommandantur van Aalst waarin het probleem van de gevluchte Zivilarbeiter (Z.A.B.) uit Ninove wordt aangekaart. De stad ontving regelmatig de lijst van werkplichtigen die volgens de Duitse bezetter uit de werkkampen in Noord-Frankrijk waren gevlucht. De stad diende te onderzoeken waar deze zich ophielden. Het stadsbestuur concludeert dat de 19 mannen die op de lijst voorkomen helemaal niet als vluchteling kunnen beschouwd worden.
Aan den Heer Bevelhebber der Kommandantur te Aalst
Mijnheer de Bevelhebber,
Wij hebben de lijst der zoogezegde vluchtelingen ontvangen en hebben daaromtrent een onderzoek gedaan dat tot hiertoe het volgende resultaat opleverde.
De genaamden Dherde, August, Watripont J.B., Lauwereys Gustaaf en Van Oudenhove Jan bevinden zich nog immer in Z.A.B.
Branckaert Jules, Scheerlinck Petrus, Van den Meulen August en Van Lierde Arthur werden regelmatig vrijgelaten.
De Coorde Louis is van Meerbeke. Gismé komt twee maal op de lijst voor.
De genaamden Leruth (?) Raymond, Van Bellinghen Fr., Herregodts Frans en De Paepe Jozef werden aangehouden en teruggevoerd.
Van der Straeten Arthur werkt als vrijwilliger.
De Ville Isidore en Windels Camiel hebben zich reeds te Aalst aangeboden om te Lessen te arbeiden. Zij werden voorloopig te huis gelaten.
Engrie Frans werd in ziekelijken toestand naar Brussel gebracht en is er overleden.
Van Dalem Rufin is nooit Zivielarbeiter geweest. Hij woont regelmatig de Controol-vergaderingen bij. Onlangs werd hij op het Meldeamt ontboden om er eene boete te betalen. Men heeft er bevonden dat hij ? is en verleende hem kwijtschelding.
Van de overige personen die op de lijst voorkomen beweren de meeste der aanverwanten dat zij nog immer in Z.A.B. bevinden.
Wij denken dus, Heer Bevelhebber, dat er boven de hoogeraangestipte 19 missingen nog andere dwalingen moeten hebben voorgedaan en zijn dus zoo vrij, Mijnheer de Bevelhebber, U eerbiedig te verzoeken de zaak aan nauwkeurig onderzoek te willen onderwerpen.
Aanvaard intusschen, Mijnheer de Bevelhebber, onze hoogachtende groeten.
Op bevel: de secretaris Burgemeester en Schepenen
ASN