Aan den heer Bevelhebber der duitsche Kommandantur te Aalst
Mijnheer de Bevelhebber,
Wij hebben de eer U te doen kennen, in antwoord op uwe vraag van 14 mei, dat er alhier thans een voorraad aardappelen bestaat van ongeveer 15.000 kilos. Daarin zijn begrepen de aardappelen die wij van de duitsche overheid gekocht hebben, die ze zelf hebben aangeslagen bij personen die ze buiten etappengebied wilden smokkelen. Het spreekt vanzelf dat de stad dezen ganschen voorraad noodig heeft. Veel meer, de inwoners zijn verplicht hun de noodige aardappelen te koopen. Zoo moet ook de stad doen voor haar noodlijdende bevolking.
Er bestaan in onze stad geene schapenkudden. Dus is er ook geen wol voorhanden.
Er bestaan in onze stad 250 à ? kilos cloortalk en 10 à 13(?) liters ordoline.
De burgemeester
ASN