Aan den Heer Bevelhebber der Kommandantur te Aalst
Mijnheer de Bevelhebber,
Zooals het U wel bekend is heerscht hier evenals elders, groote kolennood. Voortdurend hebben wij moeilijkheden bij het voorzien onzer openbare diensten, zoo ook van de gendarmerie, het wachtkommando enz.
Wij meenen thans het middel te hebben om deze moeilijkheden uit den weg te ruimen: een persoon heeft ons verzekerd dat zich in de omstreken der koolmijnen een klein schip van 150 ton beschikbaar bevindt. Indien de stad van de Kommandantur de noodige toelating bekomt om dit schip in dienst der stad voortdurend te laten varen gelast zich verder de persoon in kwestie het schip regelmatig te doen laden. De gansche kolenkwestie ware alzoo voor den zomer opgelost.
Het schip in kwestie heet “Goëlette” kapitein Desplanque
Wij verzoeken U derhalve eerbiedig, Mijnheer de Bevelhebber, ons de noodige toelating te willen verleenen en bieden U intusschen de verzekering onzer hoogachting.
Vr. den Burgemeester
Haegeman
Secretaris
ASN