Om te voldoen aan Uw verzoek heb ik de eer U te doen kennen dat in de nacht van 14 tot 15 februari de nachtwacht van den wijk Dorp op ronde zijnde, omstreeks 11 1/2 ure 's nachts ontdekte dat de keldervenster van De Coninck Gustaaf uitgevende op zijnen boomgaard bijna uitgebroken was; de wacht zeker zijnde met inbrekers te doen te hebben, die op hunne komst de vlucht genomen hadden en willende versterking vragen ging de geburen Torrekens Frans en de kinderen Ronsijn wekken; daarvoor moest er nogal sterk op de poorten geklopt worden, waarop er denkelijk naar hen ongeveer 15 revolverschoten gelost werden, zonder echter iemand te treffen, deze schoten kwamen voort waarschijnlijk van de dieven die verjaagd waren.
Op het gerucht der losbrandingen en op het geroep der nachtwacht was er spoedig nogal veel volk ter plaatse en gansch den omtrek werd afgezocht zonder iemand te ontdekken of iets dat de dieven kon doen kennen, men vond slechts de indrukken van eene huug (?) van eene fluweelen broek langs waar de kwaaddoeners gevlucht waren.
De wacht van dien nacht bestond uit negen personen.