Aan den Heer Bevelhebber der Kommandantur te Aalst
Mijnheer de Bevelhebber,
Gevolg op uw rondschrijven van 20 dezer. Wij hebben reeds zooveel kleedingstukken afgeleverd aan de talrijke weggevoerde werklieden dat wij geen meer voorhanden hebben. Bij hun vertrek zijn hun genoegzaam kleedingstukken en dekens medegegeven. Wij verstaan dat ook niet dat zij weer andere noodig hebben.
Indien Gij zoo goed wildet zijn om de namen der werklieden die een of ander noodig hebben te laten kennen, zouden wij hun zulks (…) buiten de stad aan te koopen, te vervaardigen en op te sturen.
Aanvaard, Heer Bevelhebber, onze hoogachtende groeten.
De Burgemeester
ASN