Brief van de stad Ninove aan de Duitse Kommandantur in Aalst betreffende de opeising van ‘werkwagens’ (vermoedelijk worden hier gewoon karren bedoeld).
Aan den Heer Bevelhebber der duitsche Kommandantur te Aalst Mynheer de Bevelhebber, Wy hebben, onmiddelyk na ontvangst, uw bevel nopens de werkwagens laten drukken en uitplakken. Wy denken dat na reeds gedane opeischiingen nog een vyftigtal zware wagens overblyven. Deze zyn echter niet allen in goeden staat, meenen wy. In alle geval tot heden heeft geen enkel eigenaar verklaard zich zonder nadeel voor zyne zaken van zyne wagens te ontmaken. Aanvaard, Mynheer, de Bevelhebber, onze hoogachtende groeten. Op bevel De Burgemeester De secretaris ASN Leveringsbewijs van de stad Ninove van vijf fietsen aan de Ortskommandantur (de plaatselijke Kommandantur in Ninove)
Geleverd door de stad Ninove aan de Ortskommandantur alhier: 4 nieuwe rijwielen (opgeëischt bij den handelaar Mr. L. De Paepe) aan 175 frank ieder zij: 700,- 1 rijwiel met binnenbanden van I hoedanigheid (merk: Bergougnan) en een paar nieuwe ‘gardebous’ opgeëischt bij Mr. A. Steenhaut-Durnat tegen 125,- frank. Rekeningen der leveraars hieraangevoegd – zij samen: acht honderd vrij en twintig frank. De secretaris De Burgemeester ASN Verslag van de gemeenteraad van Meerbeke van 2 juli
De voorzitter bericht dat hij den raad bij hoogdringendheid heeft bijeengeroepen om kennis te nemen van den brief van 28 Juni van de Etappencommandantur opzichtens de landbouwopneming. Naar het oordeel van den heer Bevelhebber zijn in de opneming van augusti vele valsche opgaven gedaan; hij beveelt daarom dat die aangifte verbeterd moet worden en in geval van niet nakoming van zijn bevel bedreigt hij de plichtige gemeente en landbouwer met de strengste straffen. De Burgemeester verwijst er op dat de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur niet in het geval is betrokken, evenmin als van hem. Immers het bestuur heeft alle mogelijke middelen aangewend tot bekendmaking der opneming en tot herinnering der plichten van de aangevers. Het bestuur is anderzijds in de volstrekte onmogelijkheid, gezien den korten tijd voor de opneming bepaald, om vast te stellen, zelfs met behulp van kadastrale aanwijzingen, hoeveel en welke gronden elk landbouwer in gebruik heeft en welke soorten en hoeveelheden van gewassen hij bekomt. De raadsleden zijn tot deze tot deze zitting niet anders geroepen dan om ruchtbaarheid aan het bevel te geven, hunnen invloed te gebruiken om aan de landbouwers te doen verstaan dat hunne verantwoordelijkheid als aangevers erg betrokken is en zij hunne belangen het meest zouden behertigen met rechtzinnige verklaringen te doen en zich niet in gevaar te stellen om met ruineerende boeten geslagen te worden. Niets meer aan de dagorde zijnde, wordt de zitting geheven. Op 30 juni verstuurt de gemeente Pollare volgende brief:
Aan den heer Voorzitter van het Provinciaal bestuur te Gent In antwoord op Uw brief van den 23 dezer maand 4 afd. nr 94.302; hebben wij de eer U te laten weten, dat het Gemeentebestuur van in den beginne dezes ’s jaars, de landbouwers heeft aangezet al hunne braaklanden met aardappels te beplanten. De landbouwers hebben dit bevel waargenomen. Maar de planttijd was voor hen niet voordeelig, gebrek aan stalmest, de stijve en natachtige grond, in de plant ten achter gebleven en verrot ten gevolge van de aanhoudende slachtregens. Het is van nu af zeker, dat den voorraad der aardappel teelt merkelijk minder zal zijn, zelf onvoldoende voor het onderhoud onzer bevolking te kunnen voorzien, terwijl het bestaan van die vrucht van de nederigen landman afhangt. |
Archives
November 2018
|