Brief van de stad Ninove aan de inspectie van het 4de Leger in Gent bevoegd voor de brandstofbevoorrading om 50.000 kilogram steenkool vrij te maken voor Ninove. Burgemeester Behn argumenteert met de vaststelling dat twee van de broodovens wegens gebrek aan brandstof niet meer konden gebruikt worden. Ongeveer één vierde van de stadsbevolking zou zich hierdoor geen brood meer kunnen aanschaffen bij de stedelijke bakkerij.
Aan den Heer Etappen-Inspekteur der 4° Armee te Gent Mijnheer de Inspekteur, Met ons schrijven van 21 juli l.l., Boek Z, N° 233, hebben wij de eer gehad Ued. te kennen te geven dat bij gebrek aan coke-kolen, verscheijens ovens welke met deze brandstof geheet worden, op het punt stonden stil te vallen. Hetgeen gevreesd werd is dan ook gebeurd: sedert vier maanden kunnen twee dezer broodovens niet meer werken, waaronder zelfs de voornaamste van gansch de stad. De meeste huisgezinnen dier wijken (ongeveer 2.500 inwoners, ¼ der bevolking) werden er bediend. Al deze huisgezinnen bevinden zich thans in de grootste moeilijkheden. Een derde oven die bakt voor het werk der Schooleetmalen wordt uit dien hoofde gestookt met gewone huiskoolen, hetgeen voor dit komiteit oneindig veel kostelijker komt. Daar ons hooger voornoemd schrijven tot heden geen gevolg bekomen heeft zijn wij zoo vrij, Mijnheer de Etappen Inspekteur, op hetzelve terug te komen, en Ued. eerbiediglijk te verzoeken ons de gevraagde 50. 000 K. coke te willen laten toezenden? Verhopende een gunstig onthaal aan onze vraag te zien verleenen, bieden wij Ued. Mijnheer de Etappen Inspekteur, de verzekering onzer hoogachting. De Burgemeester ASN Brief van de stad Ninove aan de Kommandantur van Aalst betreffende de vernieuwing van de verlichting in de gebouwen van de gendarmerie. De brief leert onder andere dat op dat ogenblik in de kazerne slechts twee Duitse Feldgendarmen verbleven.
Mijnheer de Bevelhebber der Kommandantur te Aalst De heer Bestuurder van het Elektriekgesticht onzer stad, Mr. Th. De Gryse, komt zooeven te berichten dat hij heden voormiddag het bezoek gehad heeft van een onderofficier der “starkstromabteilung” van Aalst die hem bevel heeft gegeven onmiddellijk, voor rekening der stad, 35 elektrieke lampen te plaatsen in de kazerne der Gendarmerie. Het gemeentebestuur werd hiervan niet ingelicht. Op zijn antwoord dat de Maatschappij van verlichting – die eene private inrichting is – over den noodigen draad hiervoor niet beschikte, werd er met den onderofficier overeengekomen alleen de hoogst noodige lampen te plaatsen. De heer Bestuurder dezer Maatschappij komt ons dus kennis te geven dat hij slechts den noodigen draad bezit om 2 à 3 lampen te plaatsen. Daar er enkel 2 gendarmen in de gendarmerie verblijven vermeenen wij, Mijnheer de Bevelhebber, dat dit getal lampen zal voldoende zijn. Aanvaard, Mijnheer de Bevelhebber de verzekering ozner hoogachting. Op bevel: de secretaris De Burgemeester Brief van de stad Ninove aan de Kommandantur van Aalst om het mannelijk gemeentepersoneel van de lichting van 1898 vrij te stellen van de regelmatige controle in het Meldeamt van Aalst. Mijnheer de Bevelhebber, Onder de personen der klas van 1898, die zich vrijdag aanstaande aan het buitengewoon controol te Aalst moeten aanbieden bevindt zich de heer Georges De Muynck, die sedert het begin van den oorlog als gemeentebeambte op de bureelen van het stadhuis alhier werkzaam is. Daar de aanwezigheid van al de gemeentebedienden hier op de bureelen hoogst wenschelijk is zoo voor den goeden gang der zaken van de Kommandantur als voor deze der Civiel-Verwaltung en der stad, zijn wij zoo vrij, Mijnheer de Kommandant, U te vragen de stadsbeambten van alle buitengewoon controol te Aalst te willen ontslaan. Hopende dat Gij aan onze vraag zult gelieven een gunstig onthaal te verleenen, bieden wij U de verzekering onzer hoogachting. Op bevel: de secretaris De burgemeester Brief van de stad Ninove aan de Kommandantur van Aalst waarin het probleem van de gevluchte Zivilarbeiter (Z.A.B.) uit Ninove wordt aangekaart. De stad ontving regelmatig de lijst van werkplichtigen die volgens de Duitse bezetter uit de werkkampen in Noord-Frankrijk waren gevlucht. De stad diende te onderzoeken waar deze zich ophielden. Het stadsbestuur concludeert dat de 19 mannen die op de lijst voorkomen helemaal niet als vluchteling kunnen beschouwd worden. Aan den Heer Bevelhebber der Kommandantur te Aalst Mijnheer de Bevelhebber, Wij hebben de lijst der zoogezegde vluchtelingen ontvangen en hebben daaromtrent een onderzoek gedaan dat tot hiertoe het volgende resultaat opleverde. De genaamden Dherde, August, Watripont J.B., Lauwereys Gustaaf en Van Oudenhove Jan bevinden zich nog immer in Z.A.B. Branckaert Jules, Scheerlinck Petrus, Van den Meulen August en Van Lierde Arthur werden regelmatig vrijgelaten. De Coorde Louis is van Meerbeke. Gismé komt twee maal op de lijst voor. De genaamden Leruth (?) Raymond, Van Bellinghen Fr., Herregodts Frans en De Paepe Jozef werden aangehouden en teruggevoerd. Van der Straeten Arthur werkt als vrijwilliger. De Ville Isidore en Windels Camiel hebben zich reeds te Aalst aangeboden om te Lessen te arbeiden. Zij werden voorloopig te huis gelaten. Engrie Frans werd in ziekelijken toestand naar Brussel gebracht en is er overleden. Van Dalem Rufin is nooit Zivielarbeiter geweest. Hij woont regelmatig de Controol-vergaderingen bij. Onlangs werd hij op het Meldeamt ontboden om er eene boete te betalen. Men heeft er bevonden dat hij ? is en verleende hem kwijtschelding. Van de overige personen die op de lijst voorkomen beweren de meeste der aanverwanten dat zij nog immer in Z.A.B. bevinden. Wij denken dus, Heer Bevelhebber, dat er boven de hoogeraangestipte 19 missingen nog andere dwalingen moeten hebben voorgedaan en zijn dus zoo vrij, Mijnheer de Bevelhebber, U eerbiedig te verzoeken de zaak aan nauwkeurig onderzoek te willen onderwerpen. Aanvaard intusschen, Mijnheer de Bevelhebber, onze hoogachtende groeten. Op bevel: de secretaris Burgemeester en Schepenen ASN Franciscus Franchet
Geboren in Ninove op 19 juni 1896 Opgeëist op 28 november 1916 en weggevoerd naar Romagne-sous-les-Côtes (Fr) Overleed op 12 november 1917 in Brussel Brief van de stad Ninove aan de Kommandantur van Aalst met de klacht dat soldaten van de Duitse Feldgendarmerie na hun inkwartiering de spullen niet teruggeven die hen door de stad zijn ter beschikking gesteld.
Aan den Heer Bevelhebber der Kommandantur te Aalst Mijnheer de Bevelhebber, Over eenige maanden verbleven alhier een zeker aantal telefonisten. Wij stelden een huis te hunner beschikking als kwartier en verschaften hen allerlei benoodigdheden. Na het vertrek dezer soldaten bestatigden wij met verwondering dat een zeker aantal der geleverden voorwerpen mee verdwenen waren. Telkens nieuwe soldaten aankomen worden van ons allerhande voorwerpen gevraagd. Daar het steeds moeilijker wordt deze te vinden, zou het hoogst wenschelijk zijn dat de soldaten, bij hun vertrek de geleverde voorwerpen aan de stad teruggaven. Eene onderrichting van Uwentwege aan de troepen ware misschien voldoende om tot dit doel te geraken. Zoo moeten wij er Uwe aandacht op trekken dat in november 1916 en in maart 1917 telkens aan de gendarmerie 3 velos geleverd werden. Na het vertrek der gendarmen waren deze nieuwe velos verdwenen. Thans vragen de huidige gendarmen naar nieuwe buitenbanden. Daar alle banden in beslag genomen werden kunnen wij er natuurlijk geene leveren. Met de meeste hoogachting: De burgemeester Brief van de stad Ninove aan de Kommandantur van Aalst betreffende beschadigingen van telegraaf- en telefoonlijnen. Aan den Heer Bevelhebber der Kommandantur te Aalst Mijnheer de Bevelhebber, Reeds verscheidenen malen werd door de Kommandantur aan de stad ter kennis gebracht dat er geene beschadigingen aan telegraaf of telefoonlijnen mochten worden aangebracht en dat de stad desgevallend zou verantwoordelijk gesteld worden. Zelfs werd er reeds uit dien hoofde de stad eene boete opgelegd. Wij houden er dan ook aan U te verwittigen, - ten einde onze verantwoordelijkheid te vrijwaren – dat in de Oultrestraat alhier door Duitsche telefonisten dezer dagen telefoonpalen afgezaagd werden en, volgens onze inlichtingen, gegeven werden aan eene vrouw der gebuurte, waarschijnlijk om er, brandhout van te maken. Aanvaard, Mijnheer de Bevelhebber, onze hoogachtende groeten. De Burgemeester ASN Brief van het plaatselijke Landbouwbureel aan de Landbouwafdeling van de Kommandantur in Aalst betreffende de levering van koeien.
Aan den Heer Bevelhebber der Kommandantur (Landbouwafdeeling) te Aalst Mijnheer de Bevelhebber, Ingevolge Uw schrijven nopens de koeien die deze week aankwamen en dat wij te laat hebben ontvangen om er op gestelde termijn te kunnen op antwoorden, hebben wij de eer U te doen kennen dat geen enkele landbouwer onzer gemeente den wensch heeft uitgedrukt een dezer koeien aan te koopen. Het Landbouwbureel Brief van de stad Ninove aan de Procureur in Oudenaarde met de klacht dat de stedelijke politie door de vele misdrijven in het kanton Ninove onder een zeer zware werklast gebukt gaat. Het stadsbestuur stelt vast dat de veldwachters in de plattelandsgemeenten hiervan veel minder last hebben. In de brief valt een wrevel te bespeuren over hoe de oorlogstoestand de stad opnieuw harder treft dan de omliggende gemeenten. Mijnheer de Procureur des Konings, te Oudenaarde Mijnheer de Procureur, Deze laatste tijden doen de gevallen waarin onze stedelijke politie hare hulp moet verleenen tot het beteugelen der wanbedrijven in het kanton zich immer veelvuldiger voor. Zelfs zijn de gevallen niet zeldzaam waarin onze politiek werkzaam is in gemeenten van andere kantons. Personen, aangehouden in dergelijke gemeenten voor misdrijven daar of elders bedreven, moeten door onze politie naar Oudenaarde overgebracht worden. Daaruit volgt natuurlijk dat wij maar gedeeltelijk ons personeel voor den dienst der stad kunnen gebruiken en dat wij soms in groote verlegenheid verkeeren voor het uitvoeren der bevelen der Bezettende Macht, niettegenstaande wij ons personeel sedert eenigen tijd merkelijk hebben vermeerderd. De buitengemeenten, integendeel (sic) kunnen vrij hunne politiebediende voor eigen dienst gebruiken. Dit is natuurlijk niet rechtvaardig. Wij erkennen volgaarne dat de misdrijven meer dan ooit moeten worden beteugeld en willen daartoe alle mogelijke hulp verleenen, doch de lasten mogen niet alleen op de reeds zoo zwaar beproefde steden vallen ter ontlasting der buitengemeenten waar de oorlogstoestand op verre na zoo nijpend niet doet gevoelen. Wij denken dus, Hooggeachte Heer Procureur, dat het rechtmatig wezen zou dit echte misbruik te doen verdwijnen. Misschien ware het een geschikt middel daartoe in centrums als Ninove een of meer agenten aan te stellen, tijdelijk, die onder bevel van de Kommissarissen ten dienste van het Parket zouden staan en door de buitengemeenten gezamenlijk zouden worden bezoldigt. Dit is natuurlijk slechts een gedacht dat wij opperen. Wij laten het verder aan U over de zaak nader te onderzoeken. En, zoo mogelijk eene oplossing te geven. Aanvaard intusschen, Mijnheer de Procureur des Konings, de verzekering onzer hoogachting. Op bevel: de secretaris Burgemeester en Schepene Brief van het plaatselijke Landbouwbureel aan de Landbouwafdeling van de Kommandantur van Aalst betreffende de hoeveelheid graan die de Ninoofse landbouwers moeten leveren aan de Landbouwafdeling in Aalst. De brief alludeert andermaal op de praktijk van de boeren uit de buitengemeenten die grond bewerken op Ninoofs grondgebied. Mijnheer de Bevelhebber, Ingevolge Uw schrijven van 8 dezer, nr. 4098, hebben wij de eer U te doen kennen dat er ons (door landbouwers te Ninove wonende) in het geheel werden opgegeven 15 ha 77 als met haver bezaaide oppervlakten. Dit maakt, gerekend aan 1700 kilos per hectaar, 26.809 kilos. Daarvan valt af te trekken: Aan zaaigoed: 160 x 15.77 = 2523 kilos Aan afval 3% 804 Samen 3327 kilos Blijft dus eene zuivere opbrengst van 26.809 – 3327 = 23.482 kilos, zooals wij U reeds schreven. Misschien werden er op ons grondgebied wel 49.272 kilos opgedaan, doch dan is zulks gebeurd door landbouwers van Oultre, Denderhoutem, Iddergem, Okegem, enz. Deze echter moesten hunne bebouwde oppervlakten opgeven in hunne gemeenten en de haver die ze op het grondgebied van Ninove hebben opgedaan moet aan deze gemeenten gevraagd worden. Dit is volstrekt volgens de vroegere bevelen der Kommandantur Wij verzoeken U derhalve eerbiedig ons van de gevraagde levering te willen ontslaan. Het Landbouwbureel ASN Brief van de stad Ninove aan de Kommandantur van Aalst met de vraag om een paspoort te geven aan de nachtwakers die moeten toezien op de smokkelhandel.
Mijnheer de Bevelhebber, Wij hebben de eer Ued. te verzoeken de noodige bewijzen te willen doen afleveren toelating gevende na de sperre de straat te betreden, aan de navolgende personen gelast met de bewaking van den smokkelhandel: De Coorde Emiel, w. Geeraardsberschestraat De Coeter Edgar, w. Steenweg n/Geeraardsbergen De Weghe Edmond, w. Ameiveld Herregodts, w. Geeraardsberschestraat Duym Hendrik, w. Bleekstraat Branckaert Leopold, w. Pamelstraat Aanvaard, Mijnheer de Bevelhebber, de verzekering onzer hoogachting. Op bevel: de secretaris De Burgemeester ASN |
Archives
November 2018
|