Uittreksel van de notulen van de gemeenteraadszitting van Meerbeke dd. 13 december De Burgemeester deelt mede dat de raad bij hoogdringendheid is bijeengeroepen om den toestand te onderzoeken waarin de gemeente zich bevindt tegenover de opgeeischte werkloozen, derwelke er zijn die ’s nachts zijn gevangen zonder voorgaande aanduiding zelfs op den controle van heden. De raad is eenparig van gevoelen dat de gemeente zedelijk verplicht is hulp te verleenen aan de doodarme gevangenen om ze te beschutten tegen koude. Bij de eerste opeischingen kon de vraag gesteld worden of de gemeente in den vorm van onderstand zou tusschenkomen moeilijk te beantwoorden. Gereedelijk verleende onderstand zou toegeschenen hebben als eene premie tot vertrek, die tusschenkomst immers kon tot berekende uitsluiting leiden. Thans staan wij tegenover onverwachte menigvuldige, deerniswekkende toestanden, die moeten verholpen worden. Vele gemeenten hebben hunnen onderstand verleend in waren, geldspeciën tot 500 frs, andere tot 25 frs en 2 sargiën[1] of kleederen. De raad bepaalt aan elke noodlijdende opgeeischte eene som te verleenen in waarde van 50 frs kleederen. De vroegere ingelijfden die reeds op voorhand 20 frs gekregen hebben, zullen later nog 30 frs bijkrijgen, zoveel mogelijk in kleederen. In geval van niet wegzending van den werklooze zullen de verleende onderstanden teruggeischt worden. De gemmente stemt te dien einde een krediet van 5000 franken, waarvan leeningen met bijzonderen zullen aangegaan worden. De heer Van Vreckem doet persoonlijk eene gift van 5 mark aan elke opgeeischte werklooze. De raad drukt hem hierover zijnen dank uit. [1] Sargiën: dekens ASN
|
Archives
November 2018
|