De gemeente Wulpen, waar we sedert 3 maanden verblijven, is niet erg aangenaam. Het heeft de vorm van een T, waarbij de horizontale arm zich uitstrekt langsheen het kanaal van Nieuwpoort. De kerk is nog slechts een ruïne en toch wordt ze nog gebruikt voor de erediensten. De Belgische genie heeft de klokkentoren laten springen. Daarbij is een groot gedeelte van het gebouw zelf ook ingestort. Het ganse dorp is volgestouwd met houten barakken. Die dienen als logement voor de troepen, als stallen, als atelier of als infirmerie, enz. Al die constructies zijn opgetrokken op vroegere weides. Er zijn er zelfs bij die een verdieping hebben. Er is natuurlijk veel beweging, want er zijn altijd een deel van de troepen in rust. ’s Avonds wordt het nog drukker, want wanneer de nacht valt wordt er van alle soorten materiaal naar het front gevoerd, om er schuilplaatsen mee te bouwen of welk ander werk dan ook. Dat materiaal wordt vervoerd per automobiel, met karren getrokken door paarden of ook nog via een décauvillespoor. Er is geen meer luguber schouwspel dan die lange rij wagens in de volslagen duisternis. Wat een werk wordt er niet verzet aan de sinistere boorden van de IJzer!