De straten van deze stad zijn stampvol mensen, burgervluchtelingen en Belgische soldaten. De verzadiging is groot. Ik ontmoet hier Armand Van Langendonck en Robert De Meyer en zijn vrouw, allen gaan naar Le Havre.
Ik zoek logement in meerdere hotels. Nutteloze zoektocht, alles is volzet. Men raadt me uiteindelijk aan om naar het stadhuis te gaan om een ticket voor een slaapplaats te verkrijgen. Met het oog hierop word ik vergezeld door een Belgisch militair apotheker, meneer Gallet.[1]Tijdens deze wandeling maken we kennis met de Franse militaire
dierenarts Lajus die me zijn familieleden meneer en mevrouw Rieckers en hun twee
zonen leerde kennen: de meest vriendelijke mensen die ik ooit heb ontmoet. Dank
zij meneer Lajus werd ik gelogeerd bij meneer Rieckers, rue Saint-Denis 23. Even
vriendelijk als gastvrij doet deze familie alles om mijn verbanning te verzachten en te vergeten dat ik voor hen een vreemdeling ben. Een dergelijke fijngevoeligheid kan men enkel in dit gastvrije Frankrijk tegenkomen.
[1] Maxime Gallez (°11/01/1882) apotheker 3de klasse in het hospitaal van Mons