Haastig begeef ik er me de 31ste 's morgens naar toe en vind hem (nvdr broer Jules) eindelijk. Wat een moment van zalig gevoel! Na alles wat er de voorbije drie maand is gebeurd, hem levend terugvinden is een geluk dat men niet kan beschrijven. In enkele woorden brengt hij me op de hoogte van zijn odyssee. Ernstig gekwetst heeft hij de
achterhoede acht dagen geleden moeten vervoegen, en nu, half genezen, zendt men
hem op verlof doordat hij niet meer in staat is om tijdens deze campagne dienst te leveren.