Aan den heer Voorzitter van het Provinciaal bestuur te Gent
In antwoord op Uw brief van den 23 dezer maand 4 afd. nr 94.302; hebben wij de eer U te laten weten, dat het Gemeentebestuur van in den beginne dezes ’s jaars, de landbouwers heeft aangezet al hunne braaklanden met aardappels te beplanten. De landbouwers hebben dit bevel waargenomen. Maar de planttijd was voor hen niet voordeelig, gebrek aan stalmest, de stijve en natachtige grond, in de plant ten achter gebleven en verrot ten gevolge van de aanhoudende slachtregens.
Het is van nu af zeker, dat den voorraad der aardappel teelt merkelijk minder zal zijn, zelf onvoldoende voor het onderhoud onzer bevolking te kunnen voorzien, terwijl het bestaan van die vrucht van de nederigen landman afhangt.