De Duitsers waren zeer trots op hun luchtschepen, wat zich onder andere uitte in talrijke patriottische en militaristische liederen en ook kinderliedjes, bijvoorbeeld op de wijze van O Tannenbaum:
Graf Zeppelin, Graf Zeppelin, Wie kühn sind Deine Flüge ! Dein Luftschiff fliegt im Sturm dahin Und wagt auch über’s Meer zu ziehn. Graf Zeppelin, Graf Zeppelin, Wie kühn sind Deine Flüge ! In Engeland, Frankrijk en België waren de gehate luchtschepen het onderwerp van volkse spotliedjes. Gentse markt- en straatzangers haalden voor hun (clandestiene) vliegende blaadjes inspiratie uit de crash van LZ37 op Sint-Amandsberg. Die liedjes werden gezongen in de caféchantants en op familiefeesten... als er geen Duitsers in de buurt waren. Het meest gekende ging als volgt: Zondagoavend al rond den halvertiene Hemme wij ne zeppelijn geziene Ze woare bezeg met hulder te vermoaken Sigaren smoaken, ès da nie vriend ? Moar den Engelsman hoa hulder in d’uuge In hij zei, ‘k zal ’t hulder morgen ne kier tuuge Moandaogmorgen rond den twieën Hemme wij hem weere geziene In hij stond in vlamme in vier Joa, neu hange ze te druuge Op den birg al in de buume Den ienen oan een tak In den anderen deur een dak Joa, den Engelsman die hee hem g’had Zie ook het verhaal van Otto van der Haegen verder op deze blog In de verzameling marktliederen krijgt het oorlogslied een bijzondere plaats. Zo ook dit oorlogslied in het oud liedschriftje (cahier) van Jules Scheerlinck (1909 - 1977). Mogelijks is dit een lied van een onbekende auteur uit onze streken. Het beschrijft het verhaal van een moeder die terugdenkt aan het afscheidsmoment van haar zoon soldaat die opgeroepen werd om ten strijde te trekken.
|
Archives
September 2015
Categories |