Daar geweest tot den 4 Augustus tot 10 ’s morgens De rasambelman[1] word geblazen en alle man pakt zak en geweer en zij komen in den rang. De luitenant zecht “Jongens korazi[2], wij staan her voor enne wij moeten her door en wij vertroken met ons regement naar de statie om den trijn in te gaan om zoo langs Brussel en Chembloe[3] naar Perwez te rijden, om ons kameraaden te gaan vervoegen, die van huit Bergen vertroken waaren, waar wij des savens om 7 h aankwaamen[4]. Daar gekomen weer eens gezocht naar slaapen. Door lang te zoeken gevonden in eenen peerden stal. Dan geslapen tot 5 h ’s morgens. Geheeten en gedronken en weer in den rang, zak en geweer op den rug en weg, de rout[5] op van Namen. Op 8 kilometers van Namen daar links een klein weg in om daar ons posiese[6] te nemen. Van nacht in de mantels geslaapen en des smorgens de rout op van Luik. Een huur of twee de weg van Luik op weeer rechts zijweg in en daar hebben wij dan drie daagen in de meerschen[7] geslapen. En vandaar zijn wij dan naar den steenweg van Luik gegaan. Daar laagen wij gereet om naar Luik te trekken, want het 9 ligne[8] paseerde ons daar en de kanoniers. Daar geleegen tot 10 huuren ’s avens, zijn wij daar toch weer vertrokken de rout op van Tirlemon[9]. Daar onderweegen hebben wij dan des ’s nachts de wacht geweest en des ’s morgens zijn wij daar dan weer vertrokken. Daar hebben wij dan weer 5 daagen op den kouter gelegen boven Zidoenje[10] en gingen wij daar een huur en half verder gingen wij slapen en van daar zijn wij dan weer gaan de wacht optrekken booven Jodoenje. En als wij de wacht afkwaamen moesten wij in den tranchee[11], juist booven het kerkhof en moesten wij met ons piliton[12] de klein poste gaan doen. Juist om 10 huuren komt er een man van huit de stat en hij zecht tegen onzen koperaal her komen een 60-tal Duische op per vilo. Onze koperaal roept met eens ozarme[13] en wij gaan naar den grootten steenweg en wij beginnen te schieten en wij gaan over den steenweg en wij zien her twee in een huisje loopen en wij wilden ze her gaan huit halen. Maar nen man van het rood kruis roept “komt weer want ze komen weer op”. En wij naar den steenweg, over onder en schuifelen van de ballen[14] en in de gracht. Ik hachter nen potostak[15] en mijn kameraad hachter nen boom en zoo waaren wij aan het schieten. En wij hadden daar 6 dode en verscheidene gekwetste. En onze koperaal was ook gekwetst en nog een luitenant van 1ste/7B, ook waar zij alle twee van gestorven zijn. Dat was de heersten slag dat wij hadden tegen de Duische.
[1] Rasambelman: rassemblement = verzamelen geblazen
[2] Korazi: moed
[3] Chembloe: Gembloers
[4] In Perwez
[5] Rout: steenweg
[6] Posiese: positie
[7] Meerschen: weiden
[8] 9 ligne: 9de linieregiment
[9] Tirlemon: Tienen
[10] Zidoenje: Jodoigne = Geldenaken
[11] Tranchee: loopgraaf
[12] Piliton: peloton
[13] Ozarme: aux armes = te wapen
[14] Schuifelen van de ballen: het gefluit van de kogels
[15] Potostak: paal
[1] Rasambelman: rassemblement = verzamelen geblazen
[2] Korazi: moed
[3] Chembloe: Gembloers
[4] In Perwez
[5] Rout: steenweg
[6] Posiese: positie
[7] Meerschen: weiden
[8] 9 ligne: 9de linieregiment
[9] Tirlemon: Tienen
[10] Zidoenje: Jodoigne = Geldenaken
[11] Tranchee: loopgraaf
[12] Piliton: peloton
[13] Ozarme: aux armes = te wapen
[14] Schuifelen van de ballen: het gefluit van de kogels
[15] Potostak: paal