E EN DE GROOTE OORLOG
  • WELKOM
  • Ninove & deelgemeentes
  • Oorlogsdagboeken
    • Louis Joseph Cieters
    • Dr. Maurice Lievens
    • Jeanne De Mont
    • Dr. Albert Liessens
    • Omer Cobbaert
  • Oorlogsliederen & -poëzie
    • Liejes & gedichten
  • Contact
  • Redactieploeg
  • Bronnen
  • Herinneringsactiviteiten

Van 16 tot 26/8/1914

21/8/2016

0 Comments

 
Van daar vertroken wij nog den zelfden dag weer naar onze plaas waar wij 5 dagen gelegen hadden, en vandaar vertreken wij naar dat zelfde dorpje waar die 5 nachten geslaapen hadden, waar wij om 11u30 h haankwamen. En waar het ‘ morgens om 4 h weer de boe[1] was en siebiet[2] te vertrekken om in reterijt[3] te gaan, want wij hadden den tijd niet van te heetten. Wij moesten onze kofie in brand laatten en dan hebben wij 2 nachten en 2 daagen gegaan zonder te slaappen.
En wij moesten den reterijt protejeeren[4]. Wij hebben daar dan onder de baan[5]nog de wacht op getroken aan eenen wattermoollen en daar waaren wij toch zoo goet daar 3 h gestaan. Weer voorhuit, eindelijk, wij komen toch in Willebroek. Daar dachten wij nu zijn wij gezet. Maar daar enige daagen geweest te zijn wij krijgen horde[6] van naar Hepegem[7] te gaan. Wij komen booven de statie van Hepegem en wij slaapen daar in gracht, langs de baan, op 300 m van de Duitsche, maar niemant wist het. Des sanderdaags keeren wij weer naar de statie toe en ons mannen van de hachtste koomen ons daar tegen met ons heetten en zij beginnen te geven. Al met eens begint de Duitsche op de statie te schieten met un kanongs en het was gedaan met heetten. En nu wij vluchten allen onder de brugen van den hijzerweg[8]: 2 chasseurs en het 1 ligne[9].Maar hadden zij daar eenen schapenel[10] moetten onder werpen was al kapot dat het was. En van daar moesten wij over een weg loopen, door eenen gracht, want die em toest hooventuiren[11] van boven te loopen was zeker van geschootten te zijn. En zoo ben ik daar ook weg gerakt. Ik was daar in de kelder van de brouwerij evlucht en daar wat in gezeten. Van daar weer huit en daar kwaam de offecieren met den revolver hachter de mannen. Maar het was niet aan te doen, wij moesten hachterhuit. Dat heeft geweest van 10 tot 12 dat wij daar in den slag geweest hebben. En dan zijn we weer naar Willebroek gegaan en dan daar weer eenige dagen gerust. En dan op eenen morgent moesten wij op de roet[12] van Boom gaan en daar waaren wij nog maar nauwelijks of daar kwamen 4 schrapenels over ons en dan verschijdenen op het dorp van Willebroek. Dan moesten wij in de volle vlucht naar onze trancee[13]. Wij waaren daar nog niet geheel of wij moesten ons daar goet stoppen van de ballen[14] en de schrapenels. Maar dan zijn ze toch weer hachteruit gegaan. Het 3 chasseurs[15]heeft her daar goet aan gewerkt, maar toch waren ze al bezig met den pikdraat[16] af te snijden de Duische, voor het fort. De komendant wilde nog niet schieten. Daar dan nog eenige dagen geweest. Dan hebt gij mij weest bezoeken, Beminde Vrouw. Het was wel dat gij geen twee dagen later hebt of gij waar daar in den slag ook. Van als gij mij weest bezoeken hebt, hebben wij geenen dag meer gerust geweest.


[1] De boe: debout = opstaan
[2] Siebiet: onmiddellijk
[3] Reterijt: retrait = terugtrekken
[4] Protejeeren: proteger = beschermen
[5] Oner de baan: onderweg
[6] Horde: ordre = bevel
[7] Hepegem: Eppegem
[8] Hijzerweg: spoorweg
[9] 2 chasseurs – 1 ligne: 2de Jagers – 1ste linie
[10] Schapenel: schrapnel
[11] Die em toest hooventuiren: wie het aandurfde
[12] Roet: route = steenweg
[13] Trancee: tranchee = loopgraaf
[14] Ballen: kogels
[15] 3 chasseurs: 3de Jagers
[16] Pikdraad: prikkeldraad
0 Comments

Van 4 tot 16/8/1914

4/8/2016

0 Comments

 
Daar geweest tot den 4 Augustus tot 10 ’s morgens De rasambelman[1] word geblazen en alle man pakt zak en geweer en zij komen in den rang. De luitenant zecht “Jongens korazi[2], wij staan her voor enne wij moeten her door en wij vertroken met ons regement naar de statie om den trijn in te gaan om zoo langs Brussel en Chembloe[3] naar Perwez te rijden, om ons kameraaden te gaan vervoegen, die van huit Bergen vertroken waaren, waar wij des savens om 7 h aankwaamen[4]. Daar gekomen weer eens gezocht naar slaapen. Door lang te zoeken gevonden in eenen peerden stal. Dan geslapen tot 5 h ’s morgens. Geheeten en gedronken en weer in den rang, zak en geweer op den rug en weg, de rout[5] op van Namen. Op 8 kilometers van Namen daar links een klein weg in om daar ons posiese[6] te nemen. Van nacht in de mantels geslaapen en des smorgens de rout op van Luik. Een huur of twee de weg van Luik op weeer rechts zijweg in en daar hebben wij dan drie daagen in de meerschen[7] geslapen. En vandaar zijn wij dan naar den steenweg van Luik gegaan. Daar laagen wij gereet om naar Luik te trekken, want het 9 ligne[8] paseerde ons daar en de kanoniers. Daar geleegen tot 10 huuren ’s avens, zijn wij daar toch weer vertrokken de rout op van Tirlemon[9]. Daar onderweegen hebben wij dan des ’s nachts de wacht geweest en des ’s morgens zijn wij daar dan weer vertrokken. Daar hebben wij dan weer 5 daagen op den kouter gelegen boven Zidoenje[10] en gingen wij daar een huur en half verder gingen wij slapen en van daar zijn wij dan weer gaan de wacht optrekken booven Jodoenje. En als wij de wacht afkwaamen moesten wij in den tranchee[11], juist booven het kerkhof en moesten wij met ons piliton[12] de klein poste gaan doen. Juist om 10 huuren komt er een man van huit de stat en hij zecht tegen onzen koperaal her komen een 60-tal Duische op per vilo. Onze koperaal roept met eens ozarme[13] en wij gaan naar den grootten steenweg en wij beginnen te schieten en wij gaan over den steenweg en wij zien her twee in een huisje loopen en wij wilden ze her gaan huit halen. Maar nen man van het rood kruis roept “komt weer want ze komen weer op”. En wij naar den steenweg, over onder en schuifelen van de ballen[14] en in de gracht. Ik hachter nen potostak[15] en mijn kameraad hachter nen boom en zoo waaren wij aan het schieten. En wij hadden daar 6 dode en verscheidene gekwetste. En onze koperaal was ook gekwetst en nog een luitenant van 1ste/7B, ook waar zij alle twee van gestorven zijn. Dat was de heersten slag dat wij hadden tegen de Duische.


[1] Rasambelman: rassemblement = verzamelen geblazen
[2] Korazi: moed
[3] Chembloe: Gembloers
[4] In Perwez
[5] Rout: steenweg
[6] Posiese: positie
[7] Meerschen: weiden
[8] 9 ligne: 9de linieregiment
[9] Tirlemon: Tienen
[10] Zidoenje: Jodoigne = Geldenaken
[11] Tranchee: loopgraaf
[12] Piliton: peloton
[13] Ozarme: aux armes = te wapen
[14] Schuifelen van de ballen: het gefluit van de kogels
[15] Potostak: paal
0 Comments

2-3/8/1914

2/8/2016

0 Comments

 
Het vertrek in Aspelare om 3 uren van den hachternoen[1], naar Ninove naar de statie. Vertrokken met den trein om 5 uren. Toegekomen in Brussel om 6 uren. Vertrokken om 6u20. Toegekomen om7u30, vandaar naar den depot. In den depot van Kontich geen slaapen[2]. Van daar naar Kontich-dorp. Gezocht tot 11 h, nog geen slaapen. Maar den laatstelang[3] toch gevonden. Binnengekomen. De mensen gaven ons eten. Wat geklapt[4], dan gaan slapen. Des morgens opgestaan. Den koffie was gereed, weer gegeten, ons gewassen en gekleed en gevraagd wat ons schuld was. Het antwoord was niets. De mensen bedankt en de hand gedrukt en gezegd veel geluk, en zij ook. Zodus weer naar den depot om zak en geweer en van daar dan weer naar het dorp om mijne compagnie te gaan vinden. Daar gekomen ons gaan prezan dragen[5]. Van daar dan weer gaan slapen zoeken. Daar toch slapen gevonden op strooi.


[1] Hachternoen: namiddag
[2] Geen slapen: geen slaapplaats
[3] Laatstelang: uiteindelijk
[4] Geklapt: gepraat
[5] Prezan dragen: present melden (waarschijnlijk)
0 Comments

    Archieven

    November 2016
    October 2016
    August 2016

    RSS Feed

Powered by Create your own unique website with customizable templates.