Brief van het stadsbestuur van Ninove aan de Christelijke Werkliedenbond
Tijdens de maanden april en mei 1915 was er animo tussen het Ninoofse stadsbestuur en de ‘Christelijke Werkliedenbond’, de vroegere naam voor het Algemeen Christelijk Vakverbond (ontstaan in 1912). Aanleiding voor het dispuut waren de taakomschrijving en de samenstelling van het Ninoofse hulpcomiteit dat begin 1915 was opgenomen in de structuur van het Nationaal Hulp- en Voedingscomité (in de tekst omschreven als het Nationale Komiteit). Deze organisatie verzorgde tijdens de oorlog de hulp en voeding aan de bevolking. Personen en belangengroepen hoopten via deze instelling hun invloed tijdens (en ook na) de oorlog te versterken. Het NHVC verstrekte naast goedkoop voedsel ook hulp in de algemene betekenis van het woord, onder meer door middel van steun aan vluchtelingen, oorlogswezen, werklozen,… Precies inzake de uitbetaling van deze laatste categorie wou de Christelijke Werkliedenbond duidelijk een vinger in de pap. Daarnaast wou de bond ook een rechtstreekse vertegenwoordiging in het hulp- en voedingscomité van de stad. Burgemeester Behn wijst beide vragen resoluut van de hand. Uit een latere briefwisseling zal blijken dat hiermee de zaak voor de christelijke vakvereniging nog niet van de baan was… Aan de Heeren Voorzitters en Leden van den Christen Werkliedenbond Mijne Heeren, Wij ontvingen Uw schrijven van 25 dezer, waarbij gij aandringt: “Opdat er overwijld (sic) overgegaan worden tot het inrichten of herinrichten van een plaatselijk comiteit, dat zal gelast zijn tot het regelen en verdeelen der toelagen door het Nationale Comiteit aan de werkloozen verleend”. Wij hebben de eer U te doen opmerken dat het Stedelijk Onderstandscomiteit met die taak gelast blijft, en de samenstelling van dit comiteit alleen kan gewijzigd worden door eene algemene vergadering der afgevaardigden van de gansche bevolking die er de leden van benoemde. Uw voorstel zal aan deze algemene vergadering onderworpen worden wanneer wij in bezit zullen zijn van de bepaalde verrichtingen van het Nationale Komiteit. Bij brief en bijgevoegde nota van het Provinciaal Comiteit van Brabant, waarvan onze plaatselijkheid afhangt, brief geteekend 22 april 1915, meldt ons de heer Voorzitter Janssens dat hij zelf bedoelde onderrichtingen van het Nationaal Comiteit nog niet ontvangen heeft. Gij beroept U tevens nog op uwen brief van 13 april laatst waarbij Gij onder meer den wensch uitdrukt in hooger bedoeld Comiteit vertegenwoordigd te zijn door afgevaardigden door uwen bond rechtstreeks aangeduid. (Op uw?) brief van 13 april hebben wij twee dagen daarna reeds, ten stadhuize, mondelinge antwoord te geven hem verklarende dat er op dit oogenblik nog niets bepaald (…) van de nieuwe inrichting “Hulp en Bescherming voor Werkloozen” was tot stand gekomen. Den 19 april ontving de ondergetekende als lid van het Provinciaal Comiteit eerst een uitnodiging om op woensdag 21 april gaan kennis te nemen van het voorloopig ontwerp en hetzelve te bespreken. Uit de bespreking is gebleken dat de onderstand onder de werkeloozen zal moeten verdeeld worden door de plaatselijke ondersteuningscomiteiten, zonder de tusschenkomst der vakvereenigingen. Het stedelijk onderstandscomiteit zal evenwel de medewerking van sommige uwer leeden kunnen inroepen en daarover zal de eerstkomende algemeene vergadering oordeelen zoals hooger is gezegd. Ontvangt, Mijn Heeren, mijne beleefde groeten. De Burgemeester ASN Brief van het stadsbestuur van Ninove aan de Kommandantur in Aalst
De brief werpt een licht op de postbedeling. Sommige Aalstenaars brachten blijkbaar brieven naar Ninove in de hoop hiervoor een fooi te krijgen. De burgemeester stoort zich duidelijk aan de misbruiken die dit met zich mee brengt. Vrij snel groeide de gewoonte dat de burgemeesters (of iemand die ze hiervoor aanduidden) de brieven van de Kommandanturhoofdplaats gingen ophalen. Aan de heer Bevelhebber der duitsche Kommandantur te Aalst Mijnheer de Bevelhebber, Uit een onderzoek dezen morgen gedaan blijkt dat de slachters de vellen tot hiertoe verkocht hebben aan den heere Leimbach van Ternath dien wij vermeenen een Duitscher te zijn. Wij hebben Uw bevel voor kennismaking door al de slachters doen onderteekenen. Ik heb Ued. ook bekend te maken dat verscheidene personen van Aalst gewone postbrieven aan de burgers van NInove komen ter hand stellen en daarvoor eene belooning vragen. Dezen morgen is aan mij zelf gebeurd. Om zulke uitbuitingen te beletten, zoudt gij niet believen de brieven uitsluitelijk aan mij te doen geworden ofwel te Aalst ter beschikking leggen van een persoon door mij gemachtigd. Zekere personen hebben ook misbruik gemaakt door de geheimnis der brieven te verkrachten. Aanvaard, Mijnheer de Bevelhebber, mijne hoogachtende groeten. De Burgemeester ASN Jan Elias Albert Van Der Kelen
Geboren in Ninove op 9 april 1894 Soldaat 2de klas - 2de Jagers te voet Overleden op 25 april 1915 in Diksmuide 24 april 1915
Brief van het stadsbestuur van Ninove aan de Kommandantur in Aalst Deze keer wil de Kommandantur weten in welke mate het vee de weiden in de stad zal gebruiken (weigang) . Aan den heer Bevelhebber der Duitsche Kommandantur te Aalst Mijnheer de Bevelhebber, Wij hebben de eer U te doen kennen dat wij schatten alhier omtrent 60 hectaren weiden bestaan dienstig voor den weigang. Al de weiden zijn thans bezet met beesten of zullen het in de eerste dagen zijn. Die zulks niet zijn, zijn deze weiden - zeer weinig in getal - die geschikt zijn om hooi te maken. Het mond-en-klauwzeer bestaat thans in onze gemeente. Deze kwaal heeft ook bestaan verleden jaar en het jaar te voren en duurde gansch den zomer. De Burgemeester ASN Het Schepencollege van Aspelare van 20 april besluit: aan het Nationaal hulp en voedingscomiteit hulpgeld te vragen van eenentwintig honderd en tien francs (de gemeente ziet zich onbloot van dit bedrag om te voldoen aan dringende uitgaven ten gevolge van oorlog ondersteuning van families.)
ASN Op de gemeenteraadszitting van Nederhasselt van 20 april wordt beslist een nachtwacht op te richten en dit: "ten gevolge van de tijdsomstandigheden en de dieften en wanbedrijven zich op onrustbarende wijze vermenigvuldigen, aangezien de plaatselijke politie niet bij machte is zulks op afdoende wijze te beteugelen." ASN
Op 17 april richt de gemeente Pollare volgend schrijven naar de Kommandantur van Geraardsbergen: Aan den heer Commandant te Geeraardsbergen Hiernevens heb ik de eer U te laten geworden de lijst der mannelijke inwoners van 17 tot 45 jaren, binnen de gemeente bestaande voorwerp uwer aanschrijving van den 12 dezer. ASN
|
Archives
November 2018
|