ASN
Op 24 februari antwoordt de gemeente Pollare op een schrijven van de voorzitter van de Zivil Verwaltung in Gent dat "al de afschriften alhier bestaande in de Duitsche en Vlaamsche taal zijn opgeschreven."
ASN
0 Comments
Franciscus Roosens Geboren in Neigem op 15 februari 1897 Opgeëist door de Kommandantur van Geraardsbergen op 21 oktober 1916 Gestorven op 2 mei 1917 in Labry (Fr) Bron: Ninove & Deelgemeenten 1914-1918: Zijn zonen opgeëist, arbeiden, overleden André Raes Proces-verbaal van schendingen van Volkerenrecht door de Duitschers
25 januari 1919 Voor ons Cosyns Jozef, Burgemeester te Pollaere is verschenen Roosens Deésiré, werkman, oud 49 jaar geboren te Denderwindeke en wonende te Pollaere. Dewelke ons heeft verklaart dat zijn zoon Frans Roosens, oud 19 jaar, zich naar het gemeenstehuis begevende om er de verplichtende control bij te wonen, er is vastgehouden door de duitschen met nog vele andere kameraden en weggevoerd is naar Conflenz[1] en vandaar naar Marche-La Tour[2] en omstreken alwaar hij verplicht was werken uit te voeren rechtstreeks in verband met de krijgsverrichtingen tegen zijn eigen vaderland, namelijk baan- en ontbosschingswerk leidende tot het front. Mijn zoon verdiende daar fr. 2,16 per week. Gedurende verscheidene weken heeft hij geleden aan vervrozen voeten; even als de andere heeft hij geleden aan ontbering. Einde April 1917 is hij des nachts geschoten geweest terwijl hij sliep in zijn bed, door de duitsche post die binnen gekomen was en zijn geladen geweer op de tafel werpende het schot lost. Mijn zoon is geschoten geweest in de bil en na eenige dagen ten gevolge der kwetsuur overleden. De zelfde kogel had het been gansch doorboord en heeft een tweede opgeeischten getroffen, die nog leeft en het feit kan vertellen en getuigen namelijk Segers Jozef, wonende in Denderwindeke, Oostvlaanderen, wijk Nijken. Mijn zoon is dus gedood door een duitsch soldaat. Zulks verlies is onherstelbaar, als materieele schadevergoeding ware eene vergoeding van vijftig duizend frank nog onbekwaam tegen het verlies op te wegen. Al zijn kleeding is achtergebleven ik schat de waarde ervan op negentienhonderd frank, dezes bestond namelijk uit: drie broeken, drij onderbroeken, 2 bovenvesten, 2 slaaplijven in wol, vijf paar kousen, 2 paar schoenen, 1 paar getten[3], 2 mutsen en 1 hoed, een pardessus[4], een sargie[5], een laken en vier hemden. [1] Conflans [2] Mars-la-Tour [3] Overschoenen [4] Overjas [5] Deken De secretaris van Pollare beantwoordt twee aanvragen om inlichtingen van de Duitse instanties:
aan den heer Scgwartz, oberleutnant, etappen commandantur te Geeraaardsbergen Wij hebben de eer U te laten geworden de lijst der leeningen voor U na de oorlog gedaan... In antwoord op Uw schrijven van 20 dezer maand hebeen wij de eer U te berichten, dat er binnen de gemeente, geen geboorten, huwelijken of sterfgevallen, van Oostenrijkers en Hongaren hebben plaatsgehad, daarenboven hebben wij de eer U te doen kennen, dat er in de gemmente geene Oostenrijkers of Hongaanrse personen verblijven of gehuisvest zijn. ASN Brief van de gemeente Pollare aangaande diefstal van veldvruchten
Aan den heer Commandant étappen commandantur 29 te Geeraardsbergen Bijgaande hebben wij de eer U in meervoudig afschrift over te maken eene Politie verordening wegens diefstallen van veldvruchten, om aan de goedkeuring der bevoegde overheid overgemaakt te worden. ASN Op 30 juni verstuurt de gemeente Pollare volgende brief:
Aan den heer Voorzitter van het Provinciaal bestuur te Gent In antwoord op Uw brief van den 23 dezer maand 4 afd. nr 94.302; hebben wij de eer U te laten weten, dat het Gemeentebestuur van in den beginne dezes ’s jaars, de landbouwers heeft aangezet al hunne braaklanden met aardappels te beplanten. De landbouwers hebben dit bevel waargenomen. Maar de planttijd was voor hen niet voordeelig, gebrek aan stalmest, de stijve en natachtige grond, in de plant ten achter gebleven en verrot ten gevolge van de aanhoudende slachtregens. Het is van nu af zeker, dat den voorraad der aardappel teelt merkelijk minder zal zijn, zelf onvoldoende voor het onderhoud onzer bevolking te kunnen voorzien, terwijl het bestaan van die vrucht van de nederigen landman afhangt. Brief van de gemeente Pollare aan de voorzitter van het Provinciaal Bestuur te Gent Ter beantwoording uwer aanschrijving van den 29 Maart ll. 5 afd nr. 29.239, hebben wij de eer U te laten weten dat er in den loop van augustus 1914 door de Duitsche troepen aanvoerders geene gelden alhier in beslag genomen zijn. Dus doet het geval in onze gemeente niet op. ASN
|
Archives
November 2018
|