Mijnheer de Bevelhebber,
Ingevolge Kommandanturbevel, N° 176, hebben wij de eer UEd. te kennen te geven dat wij de hoenders en leghoenders bij al de landbouwers hebben doen opnemen, zooals het Kom. Bevel N° 160 het overigens aanwees (naam en woonplaats van den landbouwer, woonplaats van den landbouwer). Wij vermeenen derhalve Mijnheer de Bevelhebber dat de enkele hoenders die de personen binnen het behuisde gedeelte der stad houden, niet hoeven aangegeven te worden. Daar deze personen derhalve slechts voor eigen gebruik houden en niet uit winstbejag was de heer Leutnant Forck, voormalig leider der landbouwafdeeling, van gevoelen dat deze personen van de eierlevering ontslagen waren (vergaderingen met stadsoverheid en landbouwers bij het inrichten der melkcentrale).
Ingevolge Kom. Bevel van 22 augusti 1917 dient “voor de steden Aalst-Ninove en Sottegem de eieropbrengst toegewezen worden aan de plaatselijke bevoorradingsdiensten.”
Gelief ons te doen kennen, Mijnheer de Bevelhebber, of dit bevel ophoudt van kracht te zijn en of de eieren aan de Kommandantur moeten afgeleverd worden.
Op bevel: de secretaris De Burgemeester
ASN