Ik werd gewekt door de zonnestralen die in mijn ogen schenen. Het was 7 uur. Een mooi deugddoend zonnetje, we waanden ons in volle lente. Door het portier zag ik dat het eerste station waar langs reden dat van Morgny was. Onze trein vorderde nog steeds langzaam. Ik vroeg aan de sergeant van het 5de waar we ergens waren. Hij antwoordde dat we gedurende de nacht Rouen gepasseerd waren, en dat we nu op de lijn Rouen-Amiens reden. Om 7u45 kwamen we aan in het station van Montérolier-Buchy. Ik zag er veel Oostenrijkse gevangenen, die bewaakt werden door Franse soldaten, met de bajonet op het geweer. Ze werkten aan de spoorweglijn. Tijdens onze stop kwam er een reizigerstrein aan in het station. Er zaten veel Franse soldaten op, die in verlof vertrokken. We vertrokken opnieuw om 7u55. Om 8u35 kwamen we langs het belangrijke station van Serqueux, waar we 3 minuten halthielden. In het station waren een vijftigtal Duitse krijgsgevangenen aan het werk aan de spoorlijnen. Om 9u15 waren we in Formerie en om 9u35 kwamen we aan in Abancourt. Ook daar waren veel Duitse gevangenen aan het werk. Ze waren gaspijpen aan het uitladen. Juist ernaast was een Engels bevoorradingsstation. Daar stond een trein met Engelse paarden. Na een oponthoud van 20 minuten, dus om 9u55 zijn we vertrokken. Net buiten het station waren Duitse gevangenen bezig met de uitbreiding van het station. Er werden nieuwe sporen aangelegd, zeker een dertigtal over een afstand van 2à 3 kilometer. Er stonden ook veel lege wagons. Het landschap was daar weinig heuvelachtig. Om 10u30 kwamen we langs Fouilloy, om 11 uur langs Poix en om 11u45 het station van Pont de Metz. Dan om 12u20 het station van Dreuil, om 12u30 Ailly-sur-Somme en om 12u45 het station van Picquigny. 3 kilometer verderop, op 30 m van de spoorlijn, stond een wegwijzer met 2 richtingaanwijzers. Op de rechtse arm stond 151 km tot Parijs en op de linkse 147 km naar Calais. Van Calais tot Parijs was het dus 298 km. Om 13 uur gepasseerd in Hangest-sur-Somme, om 13u20 in Longpré en om 13u40 het station van Pont-Remy, waar Engelse soldaten levensmiddelen aan het uitladen waren. Dan kwam Ailly-sur-Somme. Nabij Abbeville stroomde de Somme langs de spoorlijn. Twee kilometer voor Abbeville lagen 11 schepen van het Engelse Rode Kruis op de rivier. Om 14u15 kwamen we aan in het station van Abbeville. Toen we daar vertrokken om 14u55 was het aan het regenen. Om 15u40 zag ik in Rue Engelse soldaten. Om 16 uur passeerden we het station van Rang-du-Fliers-Virton. Voor we het station van Etaples binnenreden, reden we over een ijzeren brug van150 à 200 m lang. Om 16u50 kwamen we aan in Etaples. Dat was een belangrijk station voor de Engelsen. Daar vertrokken om 15u55. 400 m voorbij het station hielden we 5 minuten halt. Vanaf Etaples zijn de grote Engelse kampen langsheen de spoorweg opgebouwd. Onze trein vorderde nog steeds langzaam. Om 17u35 kwamen we langs het station van Hesdigneul.Voor we het station van Ontreau binnenreden bleven we opnieuw 20 minuten stilstaan. Om 18u15 passerden we het station van Ontreau. Om 18u30 begon het te schemeren. Niet ver van Boulogne reden we over een ijzeren brug van 300 m en reden we door een tunnel van 1à 2 km. Om 18u50 passeerden we het station van Boulogne-sur-Mer. Op het andere spoor reden voortdurend goederentreinen langs. Het was nu donker, maar we reden nog voort. Om 21u30 aangekomen in Calais. Daar moesten we met ons hele hebben en houden uitstappen en hebben officieren ons naar de Nouvelle Mairie geleid, op een kwartier van het station. De mannen werden er gekantonneerd op stro in grote lokalen. Ik en de andere sergeanten hadden een bed met springveren en een matras. We hadden ook ons deken. We lagen met 10 in de kamer op de 7de verdieping van de Nouvelle Mairie. We moesten 112 trappen op. Voor ik ging slapen, ben ik 2 tassen warme koffie gaan drinken in de militaire kantine in hetzelfde gebouw. Rond middernacht ben ik gaan slapen, we zouden pas ’s anderendaags in de namiddag voortreizen naar het front.