Woensdag 28 februari
Opstaan en koffie op hetzelfde tijdstip als gisteren. Theorie voor de sergeanten in de kamers van 8 tot 11 uur, inzake de granaten (samenstelling, explosieven, enz.). Om 14 uur zijn we vertrokken naar het andere exercitieterrein, genaamd “Côte du Canada”, een heuvel van 120 m hoog, op 40 minuten van het kantonnement. Het was erg koud. We waren terug om 17 uur. Avondeten om 17u15. ’s Avonds naar de militaire kring. Dinsdag 27 februari
We hoorden met luide stem roepen “Fécamp”. Het was 0u30 en erg donker. De onderofficieren van de grenadiersschool wachtte n ons op aan het station en hebben ons begeleid, de enen naar hier, andere detachementen naar daar. Mijn ploeg en nog een paar andere werden gekantonneerd in een grote zaal op op 7 minuten van het station van Fécamp. Mijn ploeg, samen met ploegen van het 7de en 17 linieregiment, zitten helemaal bovenaan, op de 3de verdieping. Er was een plankenvloer en iedereen beschikte over een slaapzak, gevuld met zeegras en we kregen ook nog een deken van de school. Men wachtte reeds 15 uur op ons. Reeds enkele ogenblikken na onze aankomst kregen we koffie en een kwart brood per man. Nadat we een beetje gegeten hadden, heb ik me te slapen gelegd, ik was erg moe van de reis. ’s Morgens blies de klaroen ons om 6u30 wakker. Om 7 uur was er koffie. Mijn ordonnans, of beter gezegd de man die naast mij sliep, is in de keuken koffie en brood gaan halen voor mij en voor hemzelf. Omdat er toch niets te doen was, ben ik tot 9 uur blijven liggen. Het was erg warm in de kamer, want elke vierkante meter lag er een man. Om 10 uur verzamelden de sergeanten van de verschillende die gisteren waren aangekomen. Er waren sergeanten van het 5de, 16de (ikzelf), 7de, 17de, 9de, 11de en 14de linieregiment en het 1ste en 4de jagers te voet. De verschillende diensten en orders van de school werden ons uitgelegd, die wij moesten doorgeven aan onze manschappen. De commandant van de school was een infanteriecommandant, die onder luitenant-generaal Chevalier de Selliers de Moranville diende, die verantwoordelijk is voor alle instructiecentra van het Belgisch leger. Er zijn nog andere scholen en instructiecentra in Criel-sur-Mer, Honfleur, Dieppe, Eu, Auvours, Granville, Valogne, Cherbourg, Buchard, Sommervieu, Caen, Bayeux, enz. Het hoofdkwartier van de luitenant-generaal was in Rouen. ’s Middags soep. Om 14 uur werd er verzameld op straat, zonder wapens, maar met kapotjas, rijglaarzen, beenkappen en koppelriem. We trokken door een deel van de stad om ons naar het exercitieterrein, op een kwartier van ons kantonnement, te begeven, om er granaten te gaan werpen. Het terrein ligt op de Côte Saint-Jacques, een heuvel van circa 70 m hhog. Van daaruit zagen we de zee en gans de stad Fécamp, die helemaal in een dal ligt. Tot 16u30 gooiden we met oefenhandgranaten van het type Delattre (960 gram), rechtopstaand, 30 m ver. We keerden terug langs dezelfde weg. Avondeten om 17u15, we kregen een portie bonen met saus een frikadel. We mogen alle dagen uitgaan van 18 tot 21 uur. Ikzelf ben naar de militaire kring gegaan, op 20 minuten van ons kantonnement, vlakbij de zee. Er is een ruime zaal, waar kan gelezen worden, geschreven, biljart gespeeld of gekaart. Ik was om 21 uur terug, want er was appel. Ieder sergeant was verantwoordelijk voor het appel van zijn ploeg. Er werd al veel gesproken over de huizen van plezier. Ik hoorde dat de prijzen er 1,10 fr, 1,50 fr, 2 fr of 3 fr voor een kamer waren. Maandag 26 februari
Onze trein stopte dikwijls onderweg. Er was veel verkeer op de lijn om de troepen te bevoorraden van munitie en levensmiddelen. Ik ben op de bank in slaap gevallen, ondanks de vele schokken. Ik ben om7u30 wakker geworden in de buurt van Abbeville. Ik zag onderweg ook veel Duitse gevangenen, bewaakt door Franse soldaten, met de bajonet op het geweer. De gevangenen waren aan het werk bij een grondverzakking aan een treinspoor tussen Abbeville en Eu. Om 9u45 zijn we aangekomen in Eu. We vertrokken opnieuw om 10 uur. Voor het station van zag ik langs de sporen meerdere omgevallen goederenwagons in stukken. Er had zich daar zonder twijfel een treinbotsing voorgedaan. Niet ver van Dieppe, in het station van Rouxmesnil werd onze trein in twee gespleten, dor een bruuske halt. Geen ongelukken. We zijn er een uur blijven staan. In Dieppe heeft men de trein op een goederenspoor getrokken, waar we pas zouden vertrekken om19 uur, terwijl het dan pas 13u30 was. Om de tijd te doden speelden we met de kaarten. Veel soldaten maakten van de gelegenheid gebruik om de stad Dieppe te bezoeken, ondanks het formele verbod van de officieren om het station te verlaten. Velen kwamen dronken terug. Om 19u40 is de trein dan nogmaals vertrokken, dit keer op de lijn van Fécamp. We kwamen weer maar traag vooruit. Ik heb me dan maar weer op de bank te slapen gelegd. Ik had al mijn bezittingen al klaar gelegd om nadien gereed te zijn. Zondag 25 februari
Ik heb om 9 uur de mis bijgewoond in de kleine houten kapel in de buurt van ons kantonnement. Er schijnen nog enkele burgers in de omgeving te wonen. Om 14 uur ben ik vertrokken naar Fécamp, samen met de 2 korporaals en de 14 soldaten. We moesten al onze bezittingen meenemen. In Alveringem namen we de buurttram om 15u15. Om 16 uur zijn we in Veurne aangekomen. Daar namen we om 16u30 de trein die van Avekapelle kwam. Om 16u55 zijn we aangekomen in Adinkerke-De Panne. We hebben er gewacht op de verloftrein die van Klein-Lijsele kwam. Om 18 uur zijn we vooraan op die trein gestapt, achteraan zaten de verlofgangers. Het waren allemaal Franse wagons. Ik deelde een compartiment met 4 van mijn mannen. Er waren nog verschillende detachementen voor Fécamp. Om 18u35 zijn we in Adinkerke vertrokken. De trein reed zeer traag. Er brandde geen licht in de wagons. We reden door Duinkerke en zijn om 23 uur aangekomen in Calais. Daar stapten de verlofgangers af om de boot naar Engeland te nemen. Dat deel van de trein vertrok dan om 23u30 naar Parijs. Wij bleven er staan tot 0u30, waarna we vertrokken via de lijn Boulogne-Etaples-Abbeville. Zaterdag 24 februari
Ik heb tot 10 uur geslapen, er was in de voormiddag toch niets te doen. Nu en dan hoorde ik een kanonschot. In de nieuwe sector zit het 7de linieregiment links, dan het 17de, het 6de en uiterst rechts, mijn regiment, het 16de. Het 5de en 15de zijn op divisierust (24 dagen) in Izenberge en Wulveringem. Nadien is het onze beurt, namelijk het 6de en het 16de, en dan het 7de en het 17de, tenzij de diensten nadien nog omgegooid worden. Het bataljon dat van piket is moet werkmannen voor ’s nachts leveren. Vrijdag 23 februari
De rijdende keuken is naast onze barakken geïnstalleerd. Om 8 uur is de compagnie vertrokken naar de badinstallatie, op anderhalf uur van ons kantonnement. We hebben er warm water en onze kleren en ondergoed worden gedesinfecteerd. We krijgen echter geen proper ondergoed. We waren terug om 14 uur. Er zitten vlooien in het stro waar we op moeten slapen. Tegenover ons kantonnement, aan de andere kant van de straat, is er een kapel, waar we op alle uren van de dag mogen gaan bidden. Omstreeks 21 uur is onze 1ste sergeant-majoor me komen meedelen dat ik zondag aanstaande naar Fécamp (Franse stad), naar de school voor grenadiers zal gaan, samen met 14 soldaten en 2 korporaals. Daar zullen we gedurende 15 dagen onderricht krijgen over de verschillende soorten granaten. Dat klonk me als muziek in de oren, want ginder zullen we ver van de kanonnen en het gevaar zitten. Donderdag 22 februari
Vannacht heb ik de mitrailleurs horen ratelen vanuit de voorste linies, die nochtans 7,5 km verderop liggen. Ik hoorde ook veel kanonnen passeren. De artillerie van de 2de divisie loste deze van de 3de divisie af. Overdag lichte regen, maar ook dichte mist. Het is volkomen kalm rondom ons. Vanaf vanavond is mijn bataljon (het 2de) voor 3 dagen van piket. Het 1ste bataljon van het 16de linie is naar de loopgraven vertrokken en het 3de is op rust. Om de 3 dagen zullen we van dienst wisselen. Als we van piket zijn mogen we niet uitgaan. Nabij de Babbelaar is er een militaire kantine, waar bier verkocht wordt en allerhande levensmiddelen. Woensdag 21 februari
Opgestaan en koffie gedronken om 5u30. Uit het kantonnement vertrokken om 7u30 om tegen 8u15 aan de brug van Adinkerke te zijn, waar de compagnie verzamelde. Maar in plaats van 8u15 moesten we maar om 9u15 aan de brug zijn. We zetten onze wapens dus af en wachtten tot het 9u15 was. Het 16de linieregiment verzamelde langsheen het kanaal Veurne-Duinkerke. Omstreeks 10 uur zijn we vertrokken met de kolonel op kop. Modderige wegen. We kwamen langs Bulskamp, Nieuwe Herberg, Alveringem, de brug van Fortem en de Babbelaar. We kantonneren in barakken, links van de baan Babbelaar-Oudekapelle, halverwege die twee dorpen. We zijn om 14 uur aangekomen. We hebben zo’n 19 km afgelegd. Ik ben samen met 100 man gekantonneerd in barak nr 9. Degelijk kantonnement en tamelijk proper. Van het kantonnement loopt pad nr II bestaande uit loopplanken tot aan de loopgraven van Diksmuide. In de namiddag lichte regen. De nacht was donker en koud. Dinsdag 20 februari
Aanhoudende, maar trage dooi. Dichte mist. We bereiden ons voor op het vertrek. Telkens we van kantonnement veranderen, hebben we een kar ter beschikking voor het transport van de kleine zakken. Schoonmaak van het kantonnement. |
Archives
July 2018
|