Als treinconducteur in Brussel-Noord verbleef ik in de stad, waar ik een kamer had gehuurd, op 3 minuten van het station. Daags voordien (vrijdag) deed ik de dienst Brussel-Oostende, semi-direct en Oostende-Brussel, omnibus. Bij de terugkeer, in Ternat, waar we noodgedwongen enkele minuten stopten omdat het spoor niet vrij was, meldde de stationschef ons dat de mobilisatie afgekondigd was en dat alle klassen zo spoedig mogelijk hun eenheid moesten vervoegen. Het is dus zover: Oorlog. Dat verontrustte mij echter niet al te zeer. Teruggekomen in Brussel zat mijn dienst erop. Voor ik ging slapen ben ik nog de stad in geweest, heb enkele glazen gedronken en gediscussieerd over de oorlog met vrienden. Er was heel wat animo in de straten. Tegen middernacht ben ik erg gerust gaan slapen. Tegen één uur hoorde ik het aanhoudend gelui van de klokken van de Brusselse kerken: de prelude tot de oorlog. Dat zette me toch aan het denken. Rond 1u30 kwam een politieagent me mijn marsorder afgeven om binnen de 24 uur mijn eenheid te vervoegen. Ik ben echter blijven slapen tot 5 u omdat ik erg moe was. Ik heb vervolgens ontbeten en heb me klaargemaakt om te vertrekken. Om 6u ben ik vertrokken, in militair uniform en heb nog afscheid genomen van mijn hospita en haar echtgenoot. Misschien tot over een drie- à viertal weken. Overal in de straten kwam ik opgeroepen soldaten tegen, en de trein naar Antwerpen die ik rond 7 u nam zat ook al bomvol soldaten. In Antwerpen-Centraal aangekomen om 9u30. Wandeling in de stad. Om 14u in Antwerpen-Zuid de trein genomen naar Hemiksem, de plaats van mijn mobilisatiedepot. Ook daar waren reeds vele soldaten aangekomen. Ik kreeg onmiddellijk mijn veldtenue, een geweer en munitie. ’s Avonds ging mijn compagnie: het 3de bataljon van het 6de linieregiment in kantonnement bij burgers in Hemiksem. Ikzelf verbleer bij familie in de buurt van het station. Ik was zo moe dat ik onmiddellijk in slaap viel.
Zondag 2 augustus
Ik heb vrij lang geslapen. Na het ontbijt heb ik mijn compagnie vervoegd en zijn we naar het mobilisatiedepot getrokken. Vorming van het 6de Linie, Eén regiment werd gesplitst in twee. Van gans de dag het depot niet mogen verlaten. ’s Avonds opnieuw in het dorp gekantonneerd en ook op dezelfde plaats geslapen.
Maandag 3 augustus
Om 9u terug naar het depot, waar de regimenten zich verzamelden. In het depot kregen we niet veel te eten: de 1ste dag helemaal niets, de 2de & 3de dag een pak beschuiten en een portie vlees in conserven, kortom te weinig. Ik had echter geld om me het nodige aan te schaffen. Rond de middag is mijn compagnie teruggekeerd naar het kantonnement in het dorp en we hebben enkele glazen gedronken. ’s Avonds heb ik samen met de compagnie geslapen in een balzaal, die dienst deed als kantonnement. Deze keer zullen we immers vroeg uit de veren moeten om naar de oorlog te trekken. Duitsland heeft ons de oorlog verklaard.
Dinsdag 4 augustus
Reeds om 2u werden we gewekt door klaroengeschal. Ontbijt en om 3u30 vertrokken naar de oorlog, de kolonel op kop. Niemand wist waar we naartoe gingen. We zijn in Kontich gepasseerd, waar ik Remi De Paepe tegenkwam, een soldaat uit mijn dorp (2de jagers te voet). Elk uur kregen we 10 minuten rust. Uiteindelijk zijn we met het 6de linieregiment in Koningshooikt aangekomen, waar we gekantonneerd werden, mijn compagnie in de dorpsschool. In de namiddag soep gekregen. We mochten het kantonnement niet verlaten.