Aan den Heer Voorzitter van het Burgerlijk Beheer van Oost-Vlaanderen te Gent
Mijnheer de Voorzitter,
De genaamde Buydens Judocus, wonende Vestbarm alhier heeft een blinde knaap van bijna 5 jaren.
Deze jongen is vatbaar voor het bijzonder onderwijs en wij zouden hem dan ook willen in een gesticht plaatsen.
De ouders echter verzetten zich daar ten volle tegen en brengen allerhande ongerijmde redenen in om hunne weigering te staven. De juiste en eenige reden is echter dat zij met dit kind wijd en zijd bedelen gaan en hetzelfde gebruiken om het medelijden der menschen af te dwingen. De echtgenooten Buydens zijn inderdaad arme menschen en hun kind leeft dan ook in den rampzaligen toestand en alleen ellende staat het arme wicht in zijn verdere levensbaan te wachten als men er niet in gelukt het te onttrekken aan zijn kortzichtige ouders.
Willende onze verantwoordelijkheid te dien opzichte vrijwaren zijn wij zo vrij U te verzoeken ons wel te willen laten weten of wij in onderhavig geval handelend kunnen tusschenkomen en, zoo ja op welke manier en ingevolge welke wet.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, de betuiging onzer eerbiedigste gevoelens.
Op bevel: de secretaris
Burgemeester en schepenen
ASN