Lier Den 20 september 14
Beminde Ouders
ik heb gisteren uw brief ontvangen hij was den 15den in den post gestoken. ik ben kontent omdat het nog goed gaat met u allen. ik stel het ook goed, nu ben ik weer wat uitgerust want wij waren bijkans gekreveert ik zoo niet geerne hebben dat wij met zulk weer gingen vechten. ik kom hier juist uit de kerk, het heeft hier vandaag een mis voor soldaten geweest.
met van ukkel en gust beekman en Desireken en jefken uit de kreupelstraat zijn ook nog goed gust Beekman is ook niet zoo zot meer van den Duits, om er gaan tegen te vechten als ge daar zoo vesch in komt, dat is toch geen lachen zulle.
als ge daar u kameraden van nevens u ziet schieten. ge moogt pijnzen tis nu mijnen toer. Die kogels fluiten nog al boven uw hooft. ik zoo ook moeten zeggen gelijk jaak, dat ons heer mij niet moest hebben, anders dat hij mij al lang gehad had. want de kannoniers hebben een ander leven als wij zulle, ik heb gezien dat ze na een dag vechten nog maar 2 gekwetsten hadden. t’ is bij ons een ander spel, wij hadden met het 4de Rgmt de storm gelopen op de brug van den ijzerweg in werhter. Dan ziet ge ze nog al vallen zulle, maar wij hebben de ijzerweg toch ingenomen. maar de carabiniers zijn er voor geoffert geweest ook.
ge kunt er u een gedacht af geven, ze hebben nu van 4 Regimenten 2Rten gemaakt. ge kunt pijnzen hoe het ging. als ik van leven ganaar huis komen. ik kan op een jaar niet vertellen geen ik gezien heb, in zulke tijden zit ge met uw leven niet veel meer in. maar ge moogt niet ook
als ge mij schrijft moet ge 2De R. zetten in plaats van 4De.
t’ander moet ge schrijven als gewoonst
ge vraagt mij ook hoe mij geld op te zenden. ik weet ook niet hoe ge het zult doen. gelijk ge schrijft van in den enveloppe te steken zoo ware het nog best. ge moet eerst zien of mijn brief niet te lang achteruit blijft en zend het mij dan want als de post niet goed en ging dan ware het al verloren.
ge moet het te midden in den brief steken dat ze het niet zien steken en geen bijzonder tekens aan doen. ik zoo u ook raden van mijn portret in de kist te leggen tot als de troebels over zijn. want dat de Duitschers dat moesten zien onzen bazaar waar in brand zulle want daar zijn ze kwaad op.
Doe dan den komplementen aan geheel den boel en aan margerite en ida en Desire uit de molen. en ook aan mameer uit de molen en ge schrijft mij wel geen nieuws over ons meter, zeg aan haar en meer uit de molen dat ik van daag nog een vaderons gelezen heb voor omdat zij nog zouden kloek zijn als ik weerkom. uw zoon die u bemint
Octave
ook een kus aan leona en elvier
ekst op bord: ‘Clairon! Blaast de soep!! Hebt ge goesting? T’Is voor niets’