Aan K. Prové, voorzitter van het Stedelijk Hulp en Voedingskomiteit”
Mijnheer de Voorzitter,
Ingevolgde bepalingen van het Nationaal Komiteit mogen de werkloozen elke week een zeker aantal uren gebezigd worden aan werken van openbaar nut.
De uitvoering van dezen maatregel levert tegenwoordig veel moeilijkheden op. Het gebeurt niet zelden dat maar de helft of een derde der verwittigde werklieden op de werken verschijnen. In deze omstandigheden is het niet mogelijk verder nog gemeentewerken uit te voeren.
Het Schepencollege vraagt derhalve dat Uw Bestuur strenge maatregelen te dien opzichte zou nemen, en het ware tevens wenschelijk indien de heer Pieter Vandersmissen, den Woensdag avond, bij het nazien der afwezigheden, kon tegenwoordig zijn.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering onzer hoogachting.
Voor het College
Op bevel: de secretaris De Schepen van Openbare Werken
ASN