Naar verluidt hebben vierduizend inwoners van Westfalen de Nederlandse grens overgestoken om brood te vragen. Dat is een goed teken. Het offensief gaat ook stevig door. Een nieuwe hoop rijst in ons. Misschien kunnen we heel binnenkort naar huis.
28 maart
Naar verluidt hebben vierduizend inwoners van Westfalen de Nederlandse grens overgestoken om brood te vragen. Dat is een goed teken. Het offensief gaat ook stevig door. Een nieuwe hoop rijst in ons. Misschien kunnen we heel binnenkort naar huis.
0 Comments
20 maart
Van Anna ontvang ik een brief met twee foto’s. De brief dateert van 26 december en bereikt me door tussenkomst van mevrouw Van Maldeghem. Bij het bekijken van die dierbare beelden vult mijn hart zich met vreugde als ik zie hoe goed ze het maken. Maar ik voel me triest als ik bedenk dat de mooiste en gelukkigste jaren van ons huwelijk voorbijvliegen zonder dat ik ook maar een greintje van dat familiegeluk kan smaken. Een van de volgende dagen beantwoord ik haar brief. 17 maart
Rust in Frankrijk. Ik ga over naar het 3de eskadron en majoor 2de graad. 11 maart
Dienst in het kantonnement (logement bij Sinaeve op de hoek van de weg Veurne en de Venekens), tot de 17de. 10 maart
Louis Lagneau van de P.P.G. (kleine loerpost) Grote Wacht Zuid: omgekomen door granaatscherf in de hartstreek. Adhémar Bocke, eerste sergeant-majoor van het 7de Linieregiment: diepe wonde in de borst rechts. Henri Cokaïko, kapitein van het 7de Linieregiment: diepe wonde in de borst, kogel in de onderbuik. Ernest Boelen, sergeant bij de Genie: kogel doorheen de borst, verlamming van onderste ledematen. Ik heb hem naar het hospitaal in Cabour bij Adinkerke gestuurd. 9 maart
Adolf De Dobbelaere van het 7de Linieregiment: wonde aan de wang en de linkerschouder. F. Lievens van Olen: wonde aan het hoofd met schedelschade door een kogel. Beiden komen uit de Dodengang. Lievens sterft in mijn medische post. 8 maart
Jozef Verlinden van de Gidsen, kogel in de linkervoorarm. 7 maart
François Pauwels van Aalst, 7de Linieregiment, kogel in de voorarm. 6 maart
GroteWacht Noord, rustig en kalm. ’s Avonds ben ik van dienst in de divisiehulppost van Lettenburg. Ik verzorg één gewonde: Oswald Gruwer van het 2de Jagers te Paard. 5 maart
GroteWacht Zuid,waar ik onder meer de hoeve K fotografeer en de ruïnes van Oud-Stuivekenskerke. In het Vrije België lees ik prachtige verzen en ik haast me om ze over te nemen: Van Oostenkant naar Westenkant Daar gloeit en bloeit en bloost ons land De zonne lacht die ’t landje ziet De vrijheid zingt en ’t levenslied Van Oostenkant naar Westenkant Daar woont een blije volk in ’t land Het volk uit Vlaamsche en Waalsche gouw Het volk van Hou en Trouw De toren huilt ten allenkant Tot over de Einders van ons land De vijand valt het landje aan, Het moet met volk en al vergaan Ten Zal! Ten Zal! Van allen kant Komt Waal en Vlaming op voor ’t land: Er rijst een man van stalen bouw De vorst van Hou en Trouw Vooruit! Vooruit! Het oosten brandt De vijand moordt het vaderland De vesting valt: de lucht is rood Nu vliegt door ’t land de grote dood Harop! Harop! De Belg houdt stand Aan stoeren, Vlaamschen duinenkant: Daar bloeit in Yzren keerlengouw De stroom van Hou en Trouw De zege wenkt met blanke hand En wuift de driekleur over ’t land De Zege gaat van huis tot huis De zege kust het erekruis Op ’t graf der helden vroom geplant In ’t land dat nimmer bukken wou: Het land van Hou en Trouw. |
Archives
November 2018
|