20 april

Nu verhuizen we naar St.-Pierre-Brouck  (in de Nord ligt zeven kilometer ten zuiden van Bourbourg en telt een duizendtal inwoners), verblijfplaats van de minister van Oorlog, waar ik logeer bij madame Louf.

​

12 april

We begeven ons naar St. Nicolas (Saint-Nicolas-sur L’Aa: gehucht langs de Aarivier, sinds 1822 bij St.-Mariekerke gevoegd),  waar ik logeer bij mevrouw Stocklin dicht bij de kerk. Elke dag keren wij door de pletsende regen terug naar Oye, waar we in de duinen loopgraven aanleggen. Dat betekent dagelijks dertig kilometer.

We vertrekken naar Oye (Oye-Plage (Ooie): uitgestrekte kustgemeente tussen Duinkerke en Calais in het departement Pas-de-Calais). Er werd gevreesd voor een Duitse landing vanuit zee en daarom werd de brede duinengordel bewaakt, waar we de wacht moeten optrekken aan de kust, want er wordt gevreesd dat de Duitsers hier wel eens vanuit zee zouden ​kunnen landen. Tijdens ons verblijf spoelt een zeemijn aan, ze wordt tot ontploffing gebracht. Ik logeer bij meneer Dujardin langs de weg Duinkerke – Calais.

We vertrekken naar Craywick (Kraaiwijk: een kleine gemeente ten zuidwesten van Duinkerke. Ik logeer in de cichorei-ast dicht bij de Sint-Philomenakapel.