17 oktober 1914
Van Tréport naar Boulogne. In Marquise heeft zich een treinongeval voorgedaan met 32 doden en 80 gewonden, bijna allemaal Belgen. (Mevr. Van Hirtum) 15 oktober 1914
Aan boord van de veerboot Arundel vertrekken we naar Dieppe. Op het schip vinden vijf vroegere leden van de Dompersclub[1] elkaar terug: Van Snick, Peeters, Van Wilder, Ide en ik, onder wie drie vroegere voorzitters. De overtocht duurt vier uur. Ik logeer in het Hotel du Commerce. [1] Studentenclub van Aalst, Ninove & Geraardsbergen (de Dendersteden) We maken kennis met Folkestone en omgeving. Ik word uitgenodigd bij Vilain XIIII in de villa St.-Olyve.
De Duitsers naderen heel snel. Maar ik heb nog de gelegenheid van mijn familie afscheid te nemen zonder in hun handen te vallen. In Oostende scheep ik in voor Folkestone aan boord van de veerboot “Rapide” om 14.30 uur. We komen aan om 20.00 uur. We worden er enthousiast ontvangen en logeren in het Hotel Continental.
Ik begeef me naar Oostende en stel me ter beschikking van de regering. Ze raden me aan mijn plan te trekken. ’s Avonds keer ik naar Knokke terug.
Vroeg in de morgen keer ik terug naar Hulst op zoek naar mijn ordonnans die mijn spullen bijheeft. Niet te vinden. Dan onderneem ik de tocht naar Knokke via Axel – Terneuzen – Philippine – IJzendijke – Schoondijke – Oostsluis. Tegen 19.00 uur kom ik in Knokke aan met de immense voldoening er mijn hele familie terug te vinden.
Doodmoe laat ik me op de Grote Plaats van Verrebroek tegen een stenen paal zakken. Een uur later vertrekken we naar Kieldrecht. Het wordt een wilde vlucht. De weg ligt bezaaid met uniformen en alle soorten wapens. De officieren volgen dit trieste gebeuren met ontmoedigde blikken en durven niet tussenkomen. In Kieldrecht geeft generaal Troemer, die onze brigade onder zijn bevel heeft, aan de regimentscommandanten de vrijheid om naar eigen initiatief te handelen. Majoor Durant, bevelhebber van ons regiment beslist snel. Blij ervan af te zijn, begeeft hij zich vastberaden naar de Nederlandse grens. Twee douaniers van de grenspost De Klinge zien ons komen. De militairen haasten zich: sommigen denken dat hen de toegang zal geweigerd worden omdat ze zo talrijk zijn. De soldaten slaan hun geweren stuk tegen de bomen, ledigen hun patroontassen en stormen dan als gekken met de armen in de lucht de grens over. Het spektakel doet me walgen en ik laat mijn tranen de vrije loop. Ik begeef me naar Axel, waar de burgemeester me ontvangt. Hij is heel erg vriendelijk, bezorgt me een geldig paspoort en leidt me naar het hotel ‘In ’s Lands Welvaren’.
|
Archives
November 2018
|