Doodmoe laat ik me op de Grote Plaats van Verrebroek tegen een stenen paal zakken. Een uur later vertrekken we naar Kieldrecht. Het wordt een wilde vlucht. De weg ligt bezaaid met uniformen en alle soorten wapens. De officieren volgen dit trieste gebeuren met ontmoedigde blikken en durven niet tussenkomen. In Kieldrecht geeft generaal Troemer, die onze brigade onder zijn bevel heeft, aan de regimentscommandanten de vrijheid om naar eigen initiatief te handelen. Majoor Durant, bevelhebber van ons regiment beslist snel. Blij ervan af te zijn, begeeft hij zich vastberaden naar de Nederlandse grens. Twee douaniers van de grenspost De Klinge zien ons komen. De militairen haasten zich: sommigen denken dat hen de toegang zal geweigerd worden omdat ze zo talrijk zijn. De soldaten slaan hun geweren stuk tegen de bomen, ledigen hun patroontassen en stormen dan als gekken met de armen in de lucht de grens over. Het spektakel doet me walgen en ik laat mijn tranen de vrije loop. Ik begeef me naar Axel, waar de burgemeester me ontvangt. Hij is heel erg vriendelijk, bezorgt me een geldig paspoort en leidt me naar het hotel ‘In ’s Lands Welvaren’.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
November 2018
|