In de namiddag wordt het zoeken naar een nieuw kantonnement. Tevergeefs lopen we de hele omgeving af, niets te vinden. Dat is pech na alle vermoeienissen van de dag, als je dan zelfs geen plaatsje vindt in een schuur.
In de vroege morgen vertrekken we naar ons werk. Het is mistig. De Duitsers zullen ons niet opmerken, we hoeven geen schrik te hebben. Naar verluidt zijn hun linies tegenover de onze dunner bezet, zodat ze meer manschappen tegenover de Britten kunnen inzetten. We maken een mooi artillerieduel mee. De onze vuurt snel en de granaten vliegen fluitend boven onze hoofden voorbij om dood en vernietiging te brengen bij de vijand, die eerst niet van antwoord dient. Plots ontploffen drie schrapnels links van ons. We houden op met het werk en schuilen. Ik ben in een observatiepost van de artillerie. De luitenant leent me een ogenblik zijn uitstekende verrekijker en zo kan ik zien hoe onze granaten bij de vijand openspatten. Voor ons ligt de IJzer die uit zijn oevers is getreden en een uitgestrekt meer vormt waaruit hier en daar ruïnes en beschadigde bomen steken na zoveel beschietingen. Krengen van paarden en koeien liggen er met opgezwollen buiken in staat van ontbinding. Ratten dwalen er omheen en doen er zich te goed aan. Rondom hen fladderen kraaien die ook hun deel opeisen. Dieper in het water rusten nog vele soldaten. Het gewicht van hun uitrusting belet dat ze boven komen drijven. Een weinig voor ons staat een klein bosje waarachter een voorpost ligt. Daar dwalen vier koeien rond op avontuur. Sinds twee maanden voeden ze zich met het schrale gras dat ze op hun eilandje vinden. Het artillerieduel dooft langzaam uit
In de namiddag wordt het zoeken naar een nieuw kantonnement. Tevergeefs lopen we de hele omgeving af, niets te vinden. Dat is pech na alle vermoeienissen van de dag, als je dan zelfs geen plaatsje vindt in een schuur.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
November 2018
|