Vreugde zonder weerga, ik ontvang een brief van mijn teergeliefden Mélanie en Augustake. Dat montert me weer helemaal op. Mijn teergeliefden, wat duurt het toch lang dat ik jullie weer in mijn armen kan sluiten. Het is zo ongelukkig dat mijn brieven jullie niet bereiken, jullie zouden er de antwoorden in vinden op de vragen die jullie mij nu stellen. Vermits de gehate vijand nu eist dat kinderen vanaf 6 jaar naar school gaan, moeten jullie zich daarnaar schikken, alhoewel dat in geen geval strookt met mijn idee daaromtrent. Nog een klacht erbij die ik die valsaards kwalijk neem. Nog vuriger verlang ik ernaar op een dag hun grond te kunnen vertrappen. In meerdere brieven, mijn liefste echtgenote, schrijf je over de lichamelijke ongemakken bij ons Mouksken. Ik ben ervan overtuigd dat indien ik bij jullie zou kunnen zijn, al die miserie niet zou bestaan. Vraagt Janienken soms nog eens naar haar kleine papa? Wanner toch zal de heuglijke dag van de vrede aanbreken? We mogen er echter niet aan denken vooraleer de hydra voor altijd zal verslagen zijn.