In de buurt en dicht bij het dorp Krombeke bevinden zich meerdere spoorlijnen die dienen voor het transport naar het front van munitie en andere goederen ten behoeve van het Engelse leger. Op één van deze lijnen, een smalspoor, speelde zich vandaag een catastrofe af. Het was omstreeks 16 uur, en terugkerend van het bureau hoorde ik plots een hevige explosie, en achter de kerk zag ik een zware rookkolom oprijzen waarin ik alle soorten brokstukken herkende. Een minuut later viel een massa puin op de binnenplaats rond mij! Een groot stuk van een obus doorboorde het dak van de barak die als mijn logement dienst doet en die belandde in de kamer van de tandarts, terwijl een obus naast het waterkasteel terechtkwam, gelukkig zonder te exploderen.
Onmiddellijk vertrok ik met zes van mijn mannen om hulp te bieden, maar voor de kerk aangekomen, trof ik de eerste gekwetste aan en ik keerde met hem terug terwijl mijn verplegers zich naar de plaats van de ramp begaven. Spoedig bracht men ons andere geblesseerden waaronder drie Engelse soldaten, waarvan één sterft bij het aanbrengen van het verband, een burger van 60 jaar, een kleine jongen van negen jaar en een Belgische gendarme. Wanneer alle gekwetsten de zorgen hadden ontvangen die hun toestand vereiste, ging ik naar de plaats van de explosie. Deze bevond zich op ongeveer een kilometer van de kerk, langs de weg naar Poperinge. Alle huizen langs deze steenweg hadden hun pannen en hun ruiten verloren. Op de plaats zelf zijn er drie reusachtige putten, de rails zijn uitgerukt, de locomotief is uiteengereten en omgekeerd, geen spoor meer van de wagons. De velden in de omgeving zijn bedekt met scherven van projectielen, spoorwegmateriaal, etc.
Dit is wat er gebeurd is: een trein bestaande uit meerdere wagons vervoerde obussen om ondergebracht in een immens munitiedepot dat de Engelsen bezaten aan de ingang van het dorp. Het tweede voertuig had vuur gevat en het personeel was er van op de hoogte gebracht. Om een ramp te vermijden heeft men het tweede voertuig losgemaakt van de rest van de trein en vertrok men op volle kracht om open terrein te bereiken. Daar heeft men de tweede wagon losgemaakt van de eerste en men vertrok met deze om hem in veiligheid te brengen. Maar nauwelijks had men een twintigtal meter afgelegd of de explosie vond plaats. De afstand was jammer genoeg niet groot genoeg om de eerste wagon te redden die op zijn beurt ontplofte. De heldendaad die door het personeel werd gesteld overstijgt elke lofrede. Deze mensen wisten dat ze de dood tegemoet gingen en gaven er de voorkeur aan om zich op te offeren, eerder dan het dorp bloot te stellen dat zou van de kaart geveegd zijn indien het munitiedepot was geraakt geweest. Drie van hen werden ter plaatse gedood, een vierde stierf zoals ik hierboven heb gezegd. De vijfde, de machinist, is evenwel verzorgd, ik denk dat hij het tenminste zal overleven om de beloning te ontvangen die zijn zelfverloochening en zijn toewijding zullen verdiend hebben. Ik moet zeggen dat zijn toestand me niet beangstigt.