E EN DE GROOTE OORLOG
  • WELKOM
  • Ninove & deelgemeentes
  • Oorlogsdagboeken
    • Louis Joseph Cieters
    • Dr. Maurice Lievens
    • Jeanne De Mont
    • Dr. Albert Liessens
    • Omer Cobbaert
  • Oorlogsliederen & -poëzie
    • Liejes & gedichten
  • Contact
  • Redactieploeg
  • Bronnen
  • Herinneringsactiviteiten

31/10/1914

31/10/2014

0 Reacties

 
31 oktober

Haastig begeef ik er me de 31ste 's morgens naar toe en vind hem (nvdr broer Jules) eindelijk. Wat een moment van zalig gevoel! Na alles wat er de voorbije drie maand is gebeurd, hem levend terugvinden is een geluk dat men niet kan beschrijven. In enkele woorden brengt hij me op de hoogte van zijn odyssee. Ernstig gekwetst heeft hij de
achterhoede acht dagen geleden moeten vervoegen, en nu, half genezen, zendt men
hem op verlof doordat hij niet meer in staat is om tijdens deze campagne dienst te leveren.

0 Reacties

30/10/1914

30/10/2014

0 Reacties

 
30 oktober

's Avonds terugkerend van mijn dienst, vind ik een bericht van mijn broer Jules die me vraagt om 's avonds naar Andruick te gaan waar hij de avond voordien is aangekomen.

0 Reacties

29/10/1914

29/10/2014

0 Reacties

 
29 oktober

Ik ontvang een brief van een commandant van het 3de Linie die me het nieuws dat ik over mijn broer heb ontvangen, bevestigt. Maar vanaf de 20ste, van hem niets meer.

0 Reacties

van 25 tot 28/10/1914

28/10/2014

0 Reacties

 
van 25 tot 28 oktober

Gedurende deze dagen is er niets speciaal te melden.

0 Reacties

24/10/1914

24/10/2014

0 Reacties

 
24 oktober

Mijn broer Jules is er niet.
'Belast om een munitiekonvooi te vergezellen, heeft hij Antwerpen op 6 oktober
verlaten. De 7de was hij in Zelzate vanwaar hij zich met zijn peloton naar Stekene en vervolgens naar Brugge begeven heeft. Eenmaal zijn opdracht volbracht heeft hij zijn regiment niet meer kunnen vervoegen en werd hij opgenomen in het 3de Linieregiment  waar hij werd toegevoegd aan het I/1. De 20ste nam hij actief deel aan de gevechten in Schoore[1]en hij was er in goede gezondheid.'
Dit zijn de inlichtingen die ik hierover ontvang. Maar vele gekwetsten van het regiment zijn naar Calais gestuurd, wat maakt dat ik me toch bezorgd maak over hem. 
 
 
[1]Gemeente in West-Vlaanderen ten westen van de IJzer

0 Reacties

23/10/1914

24/10/2014

0 Reacties

 
23 oktober 

Ik verneem dat het 3de vestingregiment zich in Andruick[1]bevindt en besluit er de volgende dag naar toe te gaan. 
 
 
[1]Andruick is een gemeente in de buurt van Saint-Omer

0 Reacties

van 18 tot 22/10/1914

22/10/2014

1 Reactie

 
van 18 tot 22 oktober 

Ik ben met mijn bezoeken begonnen in Offekerque, Nouvelle Eglise, Vielle Eglise, Ardres, Guines, Balinghem, Breien, Bonningnes, Purpinghem, Escalles, Hanus, Bonerez en St-Triest.[1] 

Met gretigheid lezen we de dagbladen die regelmatig nieuws brengen over de successen van de geallieerden. We vinden nochtans dat de vooruitgang vrij traag verloopt want, hoe goed dat we ook zijn ontvangen in Frankrijk, toch hopen we op de terugkeer in ons vaderland dat we al lange tijd hebben verlaten. Wanneer zullen we onze familie terugzien, wanneer zullen we hen die ons zo dierbaar zijn in onze armen kunnen sluiten? Mélanie en mijn Augustake, wat lijkt de tijd me lang!

De slag om de IJzer woedt in alle hevigheid. Dagelijks ontscheept men van de treinen die van het front komen, talrijke gekwetsten die uitgemergeld en hongerig zijn. Ze worden vanaf het station vervoerd op open auto’s, sommigen zittend, anderen liggend op draagberries die op de wagen zijn vastgemaakt. Ze worden naar de stad gevoerd  op zoek naar een problematische opvang. Hier kan men ze niet opvangen wegens  gebrek aan plaats, daar aanvaardt men enkel Fransen, nog elders nog voor een ander motief. En van straat tot straat worden deze ongelukkigen vervoerd, dwalend door de stad, soms gedurende meerdere uren vooraleer een gastvrij bed te vinden. Hoe dieptreurig is dit niet. Ziedaar zeker een kant van de oorlog waaraan men niet denkt en waarvan men zich het ongeluk van een leger dat uit zijn land is verbannen, niet kan
inbeelden.

 Wanneer men de werken handelend over de oorlog leest houdt men zich enkel bezig met de overwinnaar, met zijn glorie, zijn triomfantelijke ontvangsten, de bloemen die men hem toewerpt, maar over de overwonnene geen woord. Indien al de makers van kronen het treurig schouwspel hadden gezien waarvan ik getuige was, zouden ze de wanhoop van een overwonnene hebben gekend die uit zijn land gejaagd is, ze zouden zeker hun enthousiasme getemperd hebben, en in de plaats van de overwinning van de overwinnaars te bezingen zouden ze wenen over de wanhoop en de ellende van de
verliezers.

Beetje bij beetje slagen we er in om de hospitalen te in te richten om er onze dappere en ongelukkige soldaten te verzorgen. Men brengt ze onder in scholen, privéruimtes en huizen. Van tijd tot tijd evacueert men ze naar Engeland om plaats te maken voor nieuwe gekwetsten die dagelijks aankomen.

De vluchtelingen en de ongeschikte soldaten worden overzee naar La Palice[2]gebracht. Gedurende de laatste dagen vielen er twee rampen te noteren. De Belgische veerboot Marie-Henriette, volgeladen met gekwetsten heeft schipbreuk geleden op een rots nabij Le Havre. Iedereen kon gered worden vooraleer het schip zonk. Het handelschip ‘Amiral Ganteneau’ geladen met vluchtelingen is in het Kanaal door een Duitse duikboot getorpedeerd op twaalf mijl van Cap Gris Nez. Altijd weer het respect voor de mensenrechten (cynisch)! Op dertig na zijn allen gered. Het schip is naar Boulogne kunnen gebracht worden. 

Na uitgenodigd te zijn bij de veearts mr. Lajus, ontmoet ik mijn oude vriend
luitenant-kolonel Tucher. Beiden waren we blij om elkaar terug te zien. Op een
avond zie ik al wandelend ook mr. Cracco van Mechelen die hier op doorreis is
met zijn vrouw en zijn kinderen om zich naar Le Havre te begeven. Ik heb de
gelegenheid om mij te bekommeren om een jong Belgisch meisje, lid van het Rode
Kruis, die dienst heeft verricht in de hospitalen van Antwerpen, maar die de stad moest verlaten omwille van het bombardement. Zij wist niet waar lopen in Calais en ging als vluchtelinge behandeld worden, dat wil zeggen dat ze verplicht was de stad binnen de 24 uur te verlaten. Dankzij de welwillende tussenkomst van juffrouw Rieckers kreeg ze de gelegenheid om zich nuttig te maken in een van de hospitalen van ‘Femmes de France’ en werd ze gelogeerd bij een van de aangesloten dames. In deze tijd van miserie is men tot hulp en bijstand verplicht, en ik ben blij dat ik hieraan heb kunnen bijdragen.
 
[1]  Gemeenten in Noord-Frankrijk 
[2] Liessens bedoelt hier waarschijnlijk de haven van La Pallice nabij La Rochelle

1 Reactie

17/10/1914

18/10/2014

0 Reacties

 
17 oktober

 De dag gaat voorbij door heen en weer geloop en pogingen om een automobiel te bemachtigen die me moet toelaten om mijn dienst te beginnen in de verschillende opslagplaatsen. Een triestig nieuws bereikt me van Marquise[1]waar een trein met Belgische vluchtelingen op een stilstaande trein is gereden. Er zijn talrijke slachtoffers, de meesten zijn van Dendermonde en uit Antwerpen en omgeving, er zijn er ook enkelen bij van Brussel. 
 
[1]  Kanton in het Pas de Calais.

0 Reacties

16/10/1914

17/10/2014

0 Reacties

 
16 oktober

 De straten van deze stad zijn stampvol mensen, burgervluchtelingen en Belgische soldaten. De verzadiging is groot. Ik ontmoet hier Armand Van Langendonck en Robert De Meyer en zijn vrouw, allen gaan naar Le Havre.

Ik zoek logement in meerdere hotels. Nutteloze zoektocht, alles is volzet. Men raadt me uiteindelijk aan om naar het stadhuis te gaan om een ticket voor een slaapplaats te verkrijgen. Met het oog hierop word ik vergezeld door een Belgisch militair apotheker, meneer Gallet.[1]Tijdens deze wandeling maken we kennis met de Franse militaire
dierenarts Lajus die me zijn familieleden meneer en mevrouw Rieckers en hun twee
zonen leerde kennen: de meest vriendelijke mensen die ik ooit heb ontmoet. Dank
zij meneer Lajus werd ik gelogeerd bij meneer Rieckers, rue Saint-Denis 23. Even
vriendelijk als gastvrij doet deze familie alles om mijn verbanning te verzachten en te vergeten dat ik voor hen een vreemdeling ben. Een dergelijke fijngevoeligheid kan men enkel in dit gastvrije Frankrijk tegenkomen.  
 
[1] Maxime Gallez (°11/01/1882) apotheker 3de klasse in het hospitaal van Mons 

0 Reacties

15/10/1914

16/10/2014

0 Reacties

 
15 oktober

De 15de ’s morgens ga ik bij dokter Melis, inspecteur-generaal om mijn marsorders te
krijgen en keer onmiddellijk terug naar de trein. Deze vertrekt niet. Men doet poging na poging om een locomotief te verkrijgen, of een schip dat ons naar Calais kan brengen. Loze inspanningen. Er is geen schip voor deze bestemming, en de spoorwegen zijn overstelpt door de onophoudelijke transporten van de troepen.
Een schip zal nochtans ’s nachts vertrekken naar Cherbourg, maar de kapitein weigert aan te leggen in Calais. Om 18.30 u. stelt men ons een Belgische veerboot ter beschikking die net aangekomen is. Op het ogenblik dat we ons klaarmaken om de boot te nemen, zijn er twee locomotieven voor onze trein en de machinist zegt me dat dit is om naar Calais te rijden. Onmiddellijk neemt iedereen plaats, en om 19.15 u. rijden we naar deze stad. Om 22 uur houden we een ogenblik halt in Calais-St.-Pierre waar de inwoners verfrissingen en eten voor onze soldaten aanbrengen. Allen vragen souvenirs van de oorlog: kogelhulzen, uniformknopen, Belgische medailles, etc. Om 22.15 u. komen we aan in de zeehaven van Calais waar men zich uitslooft om grogs aan de inzittenden van onze trein aan te bieden. Doordat in de stad alles om 21 u. moest sluiten, brengen we de nacht door op een 3de klasse zitplaats, aangezien de trein enkel uit zo’n wagons bestaat.

0 Reacties

14/10/1914

15/10/2014

0 Reacties

 
14 oktober 

Gedurende dit verblijf eten we conserven en drinken koffie die men in de buurt is gaan zoeken. 

Om 13 uur zetten we onze route verder en overschrijden de Belgische grens om 13.20 uur. Pijnlijk en beangstigend moment. Wij hebben geen vaderland meer. Tussen België en onszelf lijkt er een hoge muur op te rijzen. Wij hebben gedaan wat we konden om het te verdedigen, maar onze krachten hebben het begeven. Zie ons hier verbannen en ver van onze families. Ver van mijn lieve Mélanie en mijn Augustake. Hoe kan ik nu nog communiceren met hen? Niettemin gaan we nu leven van vreemd brood en van de liefdadigheid van Frankrijk. 

Bij deze bedenkingen die we maken, moeten we wenen. Ik ken niets pijnlijker dan soldaten te zien wenen die zopas op meerdere slagvelden hun bloed hebben gegeven. Het heeft zo moeten zijn dat we ons in deze treurige situatie moesten bevinden om goed te begrijpen wat het woord ‘vaderland’ betekent. Een enkele persoon slaagt er in om haar emoties te beheersen, en ze maakt er gebruik van – of althans ze probeert het – om ons te troosten. Ja, mevrouw Servais, uw goede woorden zijn een balsem voor onze wonden geweest en ik bedank u er voor. We hadden nog maar net onze
zelfbeheersing teruggevonden als ze zelf door emoties werd overmand. 

Om 15 uur komen we aan in Duinkerke. Hier verlaat mevrouw Servais ons om haar man te zoeken die de leiding heeft over de gepantserde trein. Zij heeft me meerdere keren beloofd dat zij, wanneer zij terug in Brussel zou zijn – wat ze hoopte de volgende dag te kunnen ondernemen- , mijn vrouw en mijn klein meisje zou zoeken en dat zij hen namens mij zou omhelzen. Ik heb de stellige overtuiging dat zij het zal doen. 

Na ons afscheid vertrekt de trein opnieuw en brengt ons naar spoor 7. Daar tegenover bevindt zich het boothospitaal van de Franse zeemacht, de Dugay-Trouin. Ik ben er uitgenodigd om er een lichte maaltijd te nemen terwijl mijn ploeg de zorgen verstrekt aan onze gewonden. Volgens de instructies die we ontvingen bij het vertrek uit Oostende, moet onze trein naar Calais gebracht worden. Wij komen te weten dat we vandaag niet meer zullen vertrekken. Om vijf uur ’s avonds, komt de inspecteur-generaal[1]van de Gezondheidsdienst van het Belgische leger ons bezoeken en
duidt me aan om al het materieel van het Belgische leger naar Calais te begeleiden, en hij nodigt me uit om de volgende dag mijn marsorder bij hem te gaan halen. Men maakt ons duidelijk dat het moeilijk zal zijn om ons in de stad te logeren wegens de overrompeling, en ik besluit om naar de Dugay-Trouin te gaan, en er te vragen om er de nacht door te brengen. Commandant Delpéreil stelt vriendelijk een slaapcabine tot mijn beschikking en een hangmat voor mijn ordonnans. Wij brengen er een vrij goede nacht door. 
 
[1] Luitenant-generaal Léopold MELIS (1853-1932),  attaché bij het Koninklijk Huis.


 
0 Reacties

13/10/1914

13/10/2014

0 Reacties

 
13 oktober

De ganse nacht van 12 op 13 oktober evenals op de 13de zelf organiseer ik de lading van de treinen en laat er op die manier zes vertrekken.

In de loop van de dag komt een vijandelijke tweedekker boven de stad vliegen en werpt er drie bommen. Een van de bommen valt op honderd meter van mij voor het Hôtel des Thermes. Geen enkele van de bommen heeft schade aangericht. Er waren wel enkele gekwetsten als gevolg van de kogels die men op de tweedekker afschiet.

Van een trein met gekwetsten komende van Gent stapt hoofdgeneesheer Frère[1] af die voor mij zijn personeel ontslaat. Een vreemde manier om het leger te versterken! Welke macht heeft hij daarvoor? Ik neem zelf de zevende en laatste trein die vertrekt om 16 uur. De reis is lang en wordt onderbroken door lange stopmomenten in de meeste stations. Ik heb als medereizigers, behalve mijn ordonnans die me geen minuut alleen heeft gelaten, Mevrouw Servais en luitenant Stevelinck en een andere onderluitenant van de 5de Linie. Ik ben zeer moe, en de genoemde dame doet haar
best om me zo gemakkelijk mogelijk te installeren zodat ik kan slapen, haar bontjas deed dienst als mijn oorkussen. Brave dame. Wij komen aan in het station van Adinkerke om 11 uur ’s avonds en ik blijf er tot de volgende dag de 14de (oktober, nvdr), tot 13 uur. 
 
[1]
Emile Frère (° 06/03/1857), hoofdgeneesheer 1ste klasse (1909) in het Militair
Hospitaal van Brugge


 
0 Reacties

12/10/1914

12/10/2014

0 Reacties

 
12 oktober

Men kondigt de komst van een koerier aan die een brief van mijn vrouw bij heeft.
Deze persoon, die mij niet onmiddellijk vond, had niet beter gevonden dan om de brief in de post in Oostende achter te laten. Ik ga er naar toe met de bedoeling deze op te eisen, maar men vindt hem niet meer terug. Wat een ontgoocheling. Zoveel moeilijkheden om een brief van de ene stad naar de andere te brengen, en als er één bij wonder aankomt er geen kennis te kunnen van nemen, dat is echt om te wanhopen. Ik ben ontmoedigd, en ik stel onze regering er voor verantwoordelijk die de gewenste maatregelen niet heeft willen nemen om de troepen toe te staan om in contact te blijven met hun families. Deze ontbering samen met al de rest demoraliseert ons. Duitsers, dit is aan jullie allemaal toe te schrijven. Wee jullie, indien het lot van de oorlog ons op een dag toelaat om jullie grondgebied te betreden! De voortdurende ongerustheid van onze families en van onszelf, wij zullen het jullie betaald zetten. Geen medelijden, geen deernis, dat zal het ordewoord zijn!


’s Namiddags rond 18 uur krijg ik het bevel het vertrek van de gekwetsten in het station van Oostende te organiseren om ze naar Frankrijk te sturen, op het zelfde moment dat mijn collega Meyers ze overzee naar Engeland stuurt.

Tijdens mijn avondeten krijg ik het bezoek van mijn neef Georges die bij de aankomst van de Pruisen te Gent, per fiets is gevlucht om zich te vervoegen en aan te sluiten bij mijn regiment. Dat was de 13de.

0 Reacties

van 08 tot 11/10/1914

11/10/2014

0 Reacties

 
8, 9, 10 en 11 oktober

Op 8, 9, 10  en 11 oktober zet ik mijn dienst verder met dat verschil dat ik dagelijks vijftig zware gekwetsten moet aanwijzen die naar Engeland moeten overgebracht worden. De Generale Staf die Oostende bezette verlaat de stad en installeert zich in Nieuwpoort. De paniek neemt van dag tot dag toe. Er heerst een grote malaise. Men spreekt van de aankomst van de Pruisen heel binnenkort. De woede is groot en de levensmiddelen beginnen schaars te worden. Vele restaurants en winkels sluiten, vele hotelhouders vluchten naar Engeland, hetgeen het probleem van de voedselvoorziening nog vergroot.

0 Reacties

07/10/1914

8/10/2014

0 Reacties

 
7 oktober

Door het prachtige weer gaan we op 7 oktober naar Knokke om er de veldhospitalen te bezoeken. Er zijn daar in totaal 700 gewonden. Wij zijn er de ganse dag door in beslag genomen en rond 4.30 uur in de namiddag nemen we de tram naar Blankenberge waar onze automobiel ons opwacht. In Blankenberge herken ik veel Mechelse vluchtelingen waaronder Bertha en Elske. Ik praat een tijdje met hen en vertrek naar Oostende. Onderweg passeren we een omvangrijke Engelse artillerie-eenheid. De exodus van de Antwerpenaren doet de angst van de vluchtelingen van Oostende toenemen; deze vertrekken in grote aantallen naar Engeland, Frankrijk en Nederland. Bij mijn terugkeer krijg ik bezoek van mevrouw Thijs en haar familie uit Brasschaat die, toen ze hoorden dat ik in Oostende was, me wilden zien vooraleer naar Engeland te vertrekken. Wat is er allemaal niet gebeurd sinds ik ze gezien heb in hun  mooi kasteel van Brasschaat!! Ik wens hen goede reis en we beloven, eenmaal de rust teruggekeerd, elkaar terug te zien in hun prachtig domein waar ze me met mijn twee geliefden zal ontvangen.

0 Reacties
<<Vorige

    Archives

    Oktober 2018
    September 2018
    Augustus 2018
    Juli 2018
    Juni 2018
    Mei 2018
    April 2018
    Maart 2018
    Februari 2018
    Januari 2018
    December 2017
    November 2017
    Oktober 2017
    September 2017
    Augustus 2017
    Juli 2017
    Juni 2017
    Mei 2017
    April 2017
    Maart 2017
    Februari 2017
    Januari 2017
    December 2016
    November 2016
    Oktober 2016
    September 2016
    Augustus 2016
    Juli 2016
    Juni 2016
    Mei 2016
    April 2016
    Maart 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    December 2015
    November 2015
    Oktober 2015
    September 2015
    Augustus 2015
    Juli 2015
    Juni 2015
    Mei 2015
    April 2015
    Maart 2015
    Februari 2015
    Januari 2015
    December 2014
    November 2014
    Oktober 2014
    September 2014

Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.