Grote fantastische verrassing. Ik heb vandaag de portretten van mijn echtgenote en mijn Augustake gekregen. Wat hebben die beelden van mijn teergeliefden mij plezier gedaan. Het komt me voor dat er met hen een beetje de sfeer van thuis is meegekomen. Ik ben gelukkig om hen in goede gezondheid te kunnen aanschouwen. Jij, Mélanie, zie ik terug zoals we mekaar verlieten, en het doet me ook plezier dat je er niet meer zo ongerust uitziet als op het vorige portret. Maar hoe is Augusta nier veranderd! Stel je voor liefste echtgenote dat de eerste foto die ik te zien kreeg bij het openmaken van het pakje, deze was van de kleine alleen. Ik had haar niet herkend en ik wist enkel dat zij het was toen ik de tweede foto zag, die samen met jou. Ik was zodanig geëmotioneerd dat ik haar niet herkende, dat ik geweend heb. Ja, Mélanie, ik heb geweend, want mijn grootste zorg tot nu toe was dat mijn kind mij niet meer zou herkennen, daar waar ik het was die zich afvroeg wie dat kleine meisje op de foto wel zou kunnen geweest zijn. Op een dag dat ik mij daarover zorgen had gemaakt, antwoordde je me ik haar niet meer zou herkennen, en je had gelijk. Maar eens de eerste emoties voorbij waren, heb ik met veel plezier jullie geliefde beeltenissen aan het hart gedrukt. Wat een goed idee heb je gehad om ze mij op te sturen, en wat een geluk dat ik ze nu in mijn bezit heb! Augustake is danig gegroeid en sterk. Wat is ze lief met haar kleine Calais in de armen. Ik heb als een gek de woordjes die ze mee stuurde omarmd, liefste Mienkepoes!!
0 Comments
Wat een achteruitgang voor de beschaving en voor de zeden van deze oorlog! Indien er op industrieel vlak veel vooruitgang is geboekt, waarmee ik het materiaal bedoel, is dat niet het geval met de zeden. Op dat vlak is er een schadelijke invloed. Wat een verslapping! Men kan zich afvragen wie er met de bloemen gaat lopen, de jonge meisjes of de getrouwde vrouwen? Van de mannen spreek ik niet en met reden. Voor hen moeten we toleranter zijn. Vermits ze reeds anderhalf jaar in de loopgraven leven, in de wetenschap dat ze de dag nadien misschien het zonlicht niet meer zullen aanschouwen, mag men ze zo streng niet beoordelen als de vrouwen, die dat excuus niet hebben. Nooit heeft men dergelijke bandeloosheid gezien. Men omarmt en kust mekaar op straat, op publieke plaatsen, herbergen en bioscopen, met andere woorden overal, en met een danige heftigheid dat de geboorteburelen overstelpt worden. Ik weet uit goede bron dat er op 14 januari 140 jonge meisjes ingeschreven waren om in de kraamkliniek van Calais voor 1 maart te bevallen. Hoeveel zijn er hen reeds voor gegaan en hoeveel zullen er nog volgen! Dan tellen we degenen die thuis of buiten de stad bevallen nog niet mee, even min als de getrouwde vrouwen. Daarvan zijn er ook talloze gevallen, terwijl hun dappere echtgenoot een ellendig leven leidt in de loopgraven, leven zij samen met vreemden. Er wordt hier verteld over een moeder en haar dochter die in dezelfde week zijn bevallen. De Belgen kunnen vrij goed weerstaan aan de mooie sekse van Calais. Dat sterkt misschien onze nationale eigen liefde, maar het doet niets af aan het feit dat dit alles intriest is. Hetgeen hier in Calais gebeurt doet zich uiteraard ook elders voor, waar Belgen en Engelsen de karwei met mekaar delen. Beide doen hun best om de Franse bevolking op peil te houden. Dat brengt echter ook met zich mee dat er een enorme toename is aan venerische aandoeningen. Hoeveel ongelukkigen, zowel mannen als vrouwen, zullen er niet getekend blijven voor de rest van leven! Ik mag hopen dat de Belgische bevolking niet dezelfde weg is opgegaan. Het is wel zo dat er niet verbroederd wordt met de gehate vijand, terwijl wij hier met open arman ontvangen werden. Hoe bedroevend!
11 januari
Vandaag ontving ik een brief van mijn zuster, met nieuws van haar familie en mijn moeder. 10 januari
Het is al een hele poos geleden dat ik nog nieuws heb gekregen van de hand van mijn lieve echtgenote. De weinige berichten die me van haar bereiken, worden me bezorgd door edelmoedige tussenpersonen. Wanneer ik door de straten van Calais wandel, ontmoet ik vaak kleine meisjes, van de leeftijd van het mijne, aan de hand van hun moeder. Dat zicht doet me pijn aan het hart omdat ik onmiddellijk denk aan mijn twee teergeliefden die achtergebleven zijn in ons land, in ons dierbaar huis. Mijn gedachten gaan dan naar de gelukkige momenten, zo ver weg, die ik met hen doorbracht, wanneer mijn kleine Augustake, dicht bij mij gezeten, me de verhalen vertelde van de vrek Caron of van Toto Parigot en van Jean Mitron, de kleine patissier. Hoe vaak heb ik in mijn omgeving niet verteld van de "fatale onoplettendheid" die ze zo goed kon brengen. Wat duurt die scheiding lang, en hoe lang gaat ze nog duren. Ik kan er niets aan doen dat mijn ogen vollopen en mijn hart bloedt. 5 januari
Een Albatros die over de stad vloog is ontvangen zoals gewoonlijk. Rond 2 uur is hij ook in Gravelines zo verwelkomd. Er was geen mogelijkheid om schade aan te richten. Een kaartje van mevrouw De Vischere aan haar echtgenoot brengt me nieuws aangaande mijn twee teergeliefden. Zij stellen het wel en mijn Augustake is danig gegroeid! Wat ben ik benieuwd om ze beide terug te zien. Ik verlang enorm naar hen. Wanneer zal ik hen weer aan het hart kunnen drukken? 3 januari
Boven op mijn dienst bij het magazijn, krijg ik vanaf vandaag ook de 2de compagnie de subsistance[1] in Calais, die zopas opgericht werd, onder mijn hoede. Volgende eenheden worden nogmaals verplaatst: 1ste DA blijft in Offekerque 2de DA gaat naar Vieille Eglise 3de DA blijft in Grand Fort Philippe 4de DA gaat naar Nouvelle Eglise 5de DA gaat naar Nouvelle Eglise 6de DA gaat naar Oye De TE & TAG gaat naar Saint-Omer-Capelle [1] De companies de Subsistants werden opgericht op 13 januari 1915. Hun taak bestond er in om de militairen verwijderd van hun eenheid, dwz ontslagen zieken en gewonden, verlofgangers etc te voorzien van onderdak, levensmiddelen en soldij. Tevens werd hun vertrek naar hun eenheid van hieruit geregeld en gecontroleerd. Qua organisatie werd er een officier aangesteld om dit meestal administratief werk te klaren. De verantwoordelijke officier, meestal de Commandant van een in de regio gelegerd Opleidingscentrum, kon dan het nodig aantal manschappen mobiliseren om de karweien uit te voeren. Het bureel van de compagnie fungeerde ook als rekruteringsbureau. Bron JMO 1915 deel I, blz 15 2 januari
Meneer Van den Baere brengt me nieuws over thuis, alles gaat goed en dat stelt me op mijn gemak. 1 januari
Mijn liefste Mélanie en Augustake, van hier ver stuur ik jullie mijn beste wensen voor een goede gezondheid en geluk. Mogen we weldra herenigd worden! En mogen we binnenkort de bevrijding van ons land vieren! Mijn beste wensen ook aan mijn moeder en de ganse familie. Vandaag bereikt me een goed en aangenaam nieuws: Georges is tot sergeant benoemd. Als kerstgeschenk kregen we van de koning en de koningin drie pakjes sigaretten en voor nieuwjaar twee stukken toiletzeep. Ik hoop ook dat Jules en ikzelf binnenkort zouden mogen bevorderd worden. |
Archives
November 2018
|